Nederland: Na de lockdown is heel veel testen cruciaal

David Nabarro van de Wereldgezondheidsorganisatie, deed ruim een jaar geleden de oproep om te stoppen met lockdowns als belangrijkste methode om het coronavirus onder controle te krijgen. Naast het verkrijgen van een hoge vaccinatiegraad, zouden landen hun energie moeten steken in het vergroten van de testcapaciteit, bron- en contactonderzoek en de naleving van de basismaatregelen – voor iedereen. Lockdown maatregelen vormen een ‘back-up-plan’ om het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames tijdelijk de kop in te drukken, maar geen duurzame methode om het virus in te dammen.

Door de opkomst van de Omicron-variant was het Nederlandse kabinet helaas genoodzaakt een harde lockdown in te voeren. Omicron is minder gevoelig voor de bestaande vaccins dan de Delta-variant. Ook boosters brengen de bescherming tegen infectie vermoedelijk niet volledig terug tot het oude niveau. Toch debatteert de Tweede Kamer binnenkort over het invoeren van ‘2G’ (het alleen voor gevaccineerde of genezen personen toegankelijk maken van locaties waar veel mensen bij elkaar komen) en over het invoeren van een 3G-coronatoegangsbewijs voor onderwijs en werk.

We zien echter dat de bescherming door vaccinatie of een eerdere infectie in de tijd afneemt en gevaccineerden in toenemende mate kunnen bijdragen aan de verspreiding van het virus. Uit de eerste onderzoeken blijkt dat dit nog meer geldt voor mensen die besmet zijn met Omicron.

Hiermee kan de effectiviteit van coronatoegangsbewijzen, op basis van 3G of 2G, in hogere mate worden betwijfeld.

Fijnmazige teststructuur

In het maatschappelijke en politieke debat blijven nut en noodzaak van testen op dit moment onderbelicht, terwijl het inzetten van een fijnmazige teststructuur een cruciaal onderdeel vormt van de zogenoemde ‘dijkbewaking’ tegen het virus in de fase na de lockdown. Volgens de laatste gedragscijfers van het RIVM, ontvangt na een positieve testuitslag maar liefst 97 procent van de mensen geen visite en gaat 67 procent van de huisgenoten van een positief geteste niet meer naar buiten. Weten of je wel of niet besmet bent, heeft dus een enorme impact op het gedrag en daarmee op de verspreiding van het virus.

Door de opkomst van Omicron zou het kabinet zich moeten realiseren, dat het verstandiger is om in te zetten op het reduceren van besmettingen door vollediger inzet op (zelf)testen en bron- en contactonderzoek. Naast de basismaatregelen, het verhogen van de vaccinatiegraad en toedienen van boosters, vormt testen, traceren en isoleren het beste middel om besmettingen, een stijgend aantal ziekenhuisopnames en daarmee verdergaande maatregelen te voorkomen.

Testen wordt als gevolg van eerdere beleidskeuzes helaas te weinig ingezet als een preventief screeningsinstrument. De suggestie dat onze testinfrastructuur dat niet aan kan, is een snelle, maar oppervlakkige conclusie. De GGD vraagt om opschaling van de PCR-testcapaciteit en commerciële teststraten kunnen daarbij helpen, evenals ‘Testen voor toegang’ met antigeentesten. Voor een preventief doel zijn antigeensneltesten ook geschikt. Momenteel is iets meer dan de helft van de positieve testuitslagen bij de GGD een bevestigingstest, nadat mensen al een positieve testuitslag hadden van een zelftest. Dit toont het grote draagvlak voor het (zelf) uitvoeren van antigeentesten. De RIVM-gedragsunit en het OMT raadden vorige maand daarom aan om zelftesten gratis te maken.

De huidige PCR-test bij de GGD blijft het ideale instrument voor testen bij klachten. In alle andere gevallen is een antigeensneltest een goed alternatief. Dit is veel laagdrempeliger en wel degelijk te realiseren. Het effect van antigeentesten is groot: door hier vooraf mee te testen neemt de kans dat op een locatie een besmettelijk persoon binnenkomt tot wel 90 procent af.

Superspreaders

Wat onderschat lijkt te worden door voorstanders van 2G/3G, is de bijdrage van superspreaders op het aantal besmettingen bij evenementen.

De kans op gevaccineerde superspreaders die niet getest zijn, is veel groter dan de kans op negatief geteste ongevaccineerde superspreaders. Testen zijn namelijk het meest betrouwbaar als mensen veel virus bij zich dragen. Besmette gevaccineerden of mensen met een her-infectie, hoeven op dit moment onder het 2G/3G-beleid niet te worden getest, waardoor potentiële superspreaders zonder test toegang krijgen tot een evenement. Nederland zou een voorbeeld moeten nemen aan een land als Denemarken, dat met een zeer hoge vaccinatiegraad wereldwijd vooroploopt, maar ook voor het laagdrempelig testen een uitstekende infrastructuur heeft opgezet. Het land koos er voor om eerder te boosteren en veel meer te testen.

In de afgelopen weken waren er dagen waarin bijna 10 procent van de complete bevolking zich in één dag liet testen. Mede hierdoor is de uitgangssituatie in Denemarken tijdens de Omicron-golf veel gunstiger dan die in Nederland. In plaats van zich vooral te richten op het beperken van toegang tot sectoren voor ongevaccineerden, of hen te vragen om negatieve testuitslagen voor werk en onderwijs, zou het kabinet zich meer moeten inzetten voor de gecombineerde aanpak van een hoge vaccinatie- en boostergraad, aanhouden van de basismaatregelen en vooral zoveel mogelijk en zonder kostendrempel inrichten van een laagdrempelige testinfrastuctuur.

Bron: NRC

More
articles