Suriname heeft vanaf zijn onafhankelijkheid in november 1975, te maken gehad met het fenomeen “brain drain”. Dat wil zeggen dat mensen met kennis in tal van sectoren in ons land, het verstandiger achtten het land te verlaten, gezien de toen reeds gespannen politieke situatie, voorafgaande aan de onafhankelijkheid en ook daarna. Wie de ontwikkelingen in ons land vanaf de grote demonstraties in 1973 heeft gevolgd, kon voorzien dat Suriname nog veel langer met een politieke instabiliteit van doen zou hebben. Voorafgaande aan de onafhankelijkheid vond zeker één etnisch leider het noodzakelijk, zijn achterban aan te sporen, zijn heil in het voormalige moederland te zoeken. De staatsgreep in 1980 maakte de situatie in Suriname er niet beter op en kader bleef wegtrekken, hetgeen de ontwikkeling van het land veel kwaad heeft gedaan en nog steeds doet. Mensenrechtenschendingen, economische achteruitgang, depreciatie van de Surinaamse gulden ten opzichte van de Nederlandse gulden en de dollar, gewapende strijd in het binnenland, teruglopende exporten, lege schappen en koopkrachtvernieling, om maar enkele nadelige aspecten op te sommen, maakten dat nog meer mensen met ‘skills’ wegtrokken en er nauwelijks of geen aanvulling meer plaatsvond vanuit het buitenland. Vaak genoeg was de verslechterde kwaliteit van het bestaan, de grootste drijfveer voor het gedag zeggen van Suriname voor korte of langere tijd. Ook de slechte vooruitzichten voor verbetering op de korte termijn, maakten dat velen het voor gezien hielden in Suriname. Voornamelijk Nederland bood en biedt nog steeds betere perspectieven voor mensen die het hier niet langer zagen en zien zitten. De periodes 1980-1987, 1996-2000 en 2010-2020, hebben gemaakt dat de brain drain alleen maar ernstiger vormen aannam. De financiële plundering binnen delen van het bankwezen en vooral de Centrale Bank en de schandalen waar deze bank als controlerende instantie mee te maken kreeg, dreef weer velen het land uit. Maar na de neergang en vernietiging van zoveel, dient men in elk zich respecterende natie, de hand aan de ploeg te slaan en werken aan herstel en opbouw. Via kleine en grotere projecten en investeringen dient er vooruitgang te worden gerealiseerd. Maar daar is niet alleen geld voor nodig, maar ook de nodige expertise om de kar goed en kundig te kunnen trekken op de weg van vooruitgang. En die expertise ontbeert Suriname nu in bijzondere mate en daar zal toch wél aanvulling voor gevonden moeten worden. Maar goede expertise ligt niet voor het oprapen en indien beschikbaar, is die niet goedkoop. En met dit besef moeten wij als Surinamers heel goed rekening houden. Niet velen zijn bereid onder de huidige omstandigheden in Suriname te midden van een ernstige economische crisis, te komen werken. De mensen die dat wel willen, hebben een prijskaartje waar we aan moeten kunnen voldoen, anders blijven ze gewoon weg. Maar Suriname heeft potentie als we die goed aanwenden in het belang van onze vooruitgang, die al veel te lang op zich laat wachten. En als we die expertise hebben kunnen binnenhalen, dan maakt het niet uit, waar die vandaan komt en of die wel of niet op ons lijkt. We hebben deze mensen nodig ter versterking van de uitvoeringscapaciteit met betrekking tot projecten, die op professionele wijze van de grond dienen te komen om zo kapitaalverlies te voorkomen. Het is zo dat er mensen zijn, die in hun bekrompenheid gevangen zijn blijven zitten en raaskallen over een bepaalde manager zijn etniciteit, wanneer deze aangesteld wordt in een hoge functie. Deze lui moeten ook maar eens gaan kijken naar onze mensen die in Nederland in de hoogste functies binnen bijvoorbeeld de medische sector, hun bijdrage leveren en totaal zijn geaccepteerd. Als wij daar in de gelegenheid gesteld worden te werken en ondersteunen in ons voormalig moederland, dient er ook hier geen bezwaar te zijn, wanneer uit Nederland er kader wordt binnengehaald om ons uit de misère waarin we beland zijn geraakt, te halen. We hebben al meer dan genoeg schade opgelopen door de al decennialang aanhoudende brain drain en dan praten we niet slechts over wetenschappers en andersoortige specialisten. Stilstand en of zeer merkbare achteruitgang in veel sectoren, moeten we niet langer hebben.