De president en zijn delegatie zijn afgelopen zaterdag teruggekeerd uit Dubai, waar de World Expo 2020 plaatsvindt. Aan de expo participeren 192 landen, waaronder Suriname. De president zei eerder, dat de expo een mooie gelegenheid is om Suriname op de kaart te zetten en buitenlandse investeerders aan te trekken. Ronny Asabina, fractieleider van de BEP in het parlement, zei in gesprek met Trishul Broadcasting Network, dat diverse regeringen en regeringsleiders naar het buitenland zijn gegaan om Suriname in het buitenland te verkopen, maar dat met al onze rijkdommen en potenties, regeringen het niet hebben kunnen waarmaken dat Surinamers voordeel hebben aan al die bezoeken. Hij gaf aan dat investeerders kijken naar andere zaken en dat ons land eerst die zaken ‘’in place’’ zou moeten brengen, alvorens we echt investeerders kunnen aantrekken.
Asabina zei dat het niet de eerste keer is dat een staatshoofd in het buitenland Suriname promoot door aan te geven hoe rijk we zijn aan natuurlijke hulpbronnen, zoetwaterbronnen, bos en rijke visbronnen. Volgens Asabina kijken investeerders niet alleen naar onze natuurlijke hulpbronnen, maar ook naar andere zaken zoals randvoorwaarden. “De randvoorwaarden moeten in place zijn, anders gaan we alleen praten maar zullen we niets kunnen omzetten in daden. Het is mooi als we met de hoogste mannen praten, maar het belangrijkste is wat daadwerkelijk wordt gerealiseerd.”
Hij noemde daarbij het belastingregiem en vroeg zich af hoe ondernemersvriendelijk dat is.
Suriname is volgens Asabina één van de landen met de hoogste inkomstenbelasting: 48 procent. “Dus je kunt gaan en zeggen dat investeerders moeten komen, omdat je olie en gas hebt, maar je investeringsklimaat is niet uitnodigend. ‘’De kwaliteit van onze rechtspraak als je een zaak indient, is ook niet wat het wezen moet. Bedrijven die zaken willen doen met de staat, staan voor geschillenbeslechting niet in de rij dat Suriname dat moet coveren. Men grijpt naar het internationaal recht, omdat men ervan uitgaat en ervaring heeft dat zaken te lang duren in Suriname”, zei Asabina.
Ook de overheid die faciliterend moet optreden, treedt niet optimaal op als het gaat om de dienstverlening. Zaken als corruptie moet je volgens Asabina tot aanvaardbare proporties terugbrengen. “De meeste investeerders vertrekken met de noorderzon, omdat hoge pieten op ministeries vragen om steekpenningen om hen te accommoderen. Al deze zaken maken dat het land een slecht imago krijgt. Kijk maar naar landen in West-Afrika. Zij zijn ook rijk aan natuurlijke hulpbronnen, maar kunnen geen investeerders aantrekken, omdat hun imago slecht is”, haalde Asabina aan.
Hij zei ook dat ons land op de lijst van Ease of Doing Business op de 164e plaats staan van de 188 landen. De regering en de samenleving moeten volgens hem, ‘’alles eraan doen om ons land op verantwoorde wijze te verkopen naar buiten’’.
De president heeft na zijn terugkeer uit Dubai aangegeven, dat er kritiek is geweest over de uitgaven van USD 900.000. Hij gaf aan dat er met dat geld pakketten gekocht konden worden, maar stelde dat investeren in pakketten niet duurzaam is. Om te zorgen voor de duurzame investering, is Suriname in Dubai gepresenteerd om investeerders aan te trekken. Asabina zei dat het bezoek van een grote en sterke delegatie aan Dubai heel veel stof heeft doen opwaaien en dat grote delen van de samenleving nog niet uitgesproken zijn over het bezoek aan Dubai. “Ik denk dat het bedrag van USD 900.00 alleen voor deelname is, maar dat er daarnaast ook heel veel zaken komen bijkijken, dus we verwachten dat we straks totale verantwoording krijgen. Als we afgaan op wat er is bereikt, zijn de resultaten nog niet meetbaar, zichtbaar en tastbaar, dus we kijken uit naar wat is gerealiseerd”, stelde Asabina.