Maatregel om koers Surinaamse dollar te stabiliseren
Een Surinaamse burger beklaagt zich erover dat groentes als sopropo en boulanger (aubergine) onbetaalbaar zijn geworden en vraagt zich af hoe zij de rest van haar boodschappen moet kopen. Bepaalde goederen zijn al schaars. De schaarste wordt verergerd doordat mensen hamsteren vanwege de total lockdown. De rekken voor brood, broodbeleg, spijsolie, suiker en toiletpapier raken leeg. De armoede in Suriname neemt toe. Voor de winkels bedelen mensen om voedsel of geld. De verzorging van huisdieren is voor velen onbetaalbaar geworden. Steeds meer huisdieren worden gedumpt.
Binnenkort worden de eerste maatregelen van kracht die de regering in het herstelplan heeft vastgelegd en met het IMF is overeengekomen. De stroomtarieven zullen in stappen worden verhoogd naar een kostendekkend niveau, de koers van de Surinaamse dollar wordt volledig vrijgegeven en delen van het volk zullen moeten worden ondersteund met voedselpakketten. Een groot aantal Surinamers is afhankelijk van financiële steun van familie in het buitenland. Vanwege de total lockdown zijn de openingstijden van de geldtransactiekantoren beperkt. Door de toename van het aantal geldtransacties en de beperkte openingstijden, staan mensenmassa’s in de rij voor Surichange en Western Union, en vormen zo een broeinest voor coronabesmettingen.
De hoeveelheid groente in een ‘hoop’ of ‘bos’ is onzeker. De prijzen verschillen per district. Buiten Paramaribo wordt groente dikwijls tegen wat lagere prijzen aangeboden. De prijs wordt ook lokaal bepaald door vraag en aanbod. De prijsstijging van groente heeft meerdere oorzaken. Door wateroverlast is een deel van de oogst verloren gegaan. Er is daardoor minder aanbod. De kosten van de groentetelers luiden voor een deel in Amerikaanse dollars die steeds duurder worden. Daarmee stuiten we op de belangrijkste oorzaak van de prijsstijging, de snelle geldontwaarding. Er gaan nu 21 Surinaamse dollars in een Amerikaanse dollar en 25 in een euro. Een doorsnee Surinaams gezin ‘leeft’ van de tegenwaarde van ongeveer € 100 per maand.
De Centrale Bank van Suriname heeft de algemene banken laten weten dat de koers van de Surinaamse dollar zal worden ondersteund door de geldhoeveelheid te verminderen. Maar, hoe werkt dat precies? Wat bepaalt de waarde van de Surinaamse dollar? Het is eigenlijk niet anders dan met groente. Wanneer er veel aanbod is en weinig vraag, dan zal de prijs van de groente dalen. Wanneer er weinig aanbod is en veel vraag, dan neemt de prijs toe. De centrale bank van een land heeft onder meer als taak om de waarde van de nationale munteenheid te stabiliseren en te veel inflatie te voorkomen. Een kleine 2% inflatie wordt doorgaans economisch als het meest gunstig beschouwd. Daarmee ontstaat vertrouwen in de munteenheid wat de economische ontwikkeling ten goede komt. 2% is een inflatiepercentage waarvan Suriname alleen maar kan dromen.
Het eerste geld had zelf een intrinsieke waarde. Het waren munten van brons, zilver of goud. De waarde van het brons, zilver of goud in de munt bepaalde de waarde van het geld. Deze relatie is lang geleden losgelaten. De munt of het biljet van modern geld heeft zelf een beperkte intrinsieke waarde. De waarde die eraan wordt toegekend is het bedrag dat op de munt of het biljet is weergegeven. Wat daarvan de economische waarde is, is vooral gebaseerd op het vertrouwen dat de gebruikers van het geld in de munteenheid hebben. De hoeveelheid geld in omloop moet in een redelijke verhouding staan tot de economische activiteit in een land, omdat het geld wordt gebruikt als ruilmiddel bij economische transacties, zoals salaris voor de arbeid die iemand heeft verricht of een vergoeding voor de aankoop van een hoop sopropo.
Een centrale bank brengt de nationale munteenheid in omloop. Centrale banken houden weliswaar niet meer 100% van de waarde van het geld aan in de vorm van goud of zilver in de kluis, maar enige dekking in de vorm van edelmetalen en vreemde valuta – de zogenoemde goud- en deviezenreserve – is wel nodig voor het vertrouwen in de nationale munteenheid. Helaas is de Centrale Bank van Suriname leeggeroofd door de vorige regering, inclusief de kasreserves van de algemene banken, dus ondersteuning van het IMF is nodig om deze reserves weer op te bouwen.
De hoeveelheid geld in omloop neemt toe door geldschepping en neemt af door geldvernietiging. Denk daarbij niet alleen aan nieuw gedrukte bankbiljetten of oude bankbiljetten die worden versnipperd. Het gaat vooral om giraal geld via een bankrekening. Wanneer een bank een krediet versterkt aan een bedrijf, kan het bedrijf over ‘nieuw’ geld beschikken. De hoeveelheid geld in omloopt neemt toe. Dat is geldschepping. Wanneer het bedrijf het krediet niet meer nodig heeft, wordt het krediet afgelost. De hoeveelheid geld in omloopt neemt af. Dat is geldvernietiging. Hoe meer geld er in omloop is, hoe meer personen en bedrijven geneigd zijn om geld uit te geven, bijvoorbeeld om vreemde valuta te kopen. Het aanbod van geld is groot en de waarde ervan neemt af, net als bij de groente. De koers van vreemde valuta neemt toe.
De vorige regering heeft veel geld in omloop gebracht door monetair te financieren. Dat is niets anders dan dat de Centrale Bank van Suriname grote bedragen leende aan de overheid, en vrijwel onbeperkt krediet verstrekte, wat een centrale bank helemaal niet mag doen. Daardoor kwam er zoveel geld in omloop onder de vorige regering dat de waarde van de Surinaamse dollar sterk daalde. Het beleid van de vorige regering heeft ertoe geleid dat de waarde van de Surinaamse dollar sinds 2010 bijna 90% is gedaald.
Welke instrumenten heeft een centrale bank om de waarde van de nationale munteenheid bij te sturen? Een centrale bank kan de hoeveelheid geld in omloop laten toenemen of laten afnemen. Dat betekent vooral dat de centrale bank de kredietverlening door banken kan laten toenemen of laten afnemen. De kredietverlening kan worden afgeremd door regels te stellen, bijvoorbeeld zeer beperkte of geen groei van de kredietportefeuille. De kredietverlening kan ook worden afgeremd door te vereisen dat banken een groter deel van het spaargeld en de deposito’s renteloos als kasreserve bij de centrale bank plaatsen. Daar kan dan geen krediet mee worden verstrekt. Helaas hebben de Surinaamse banken hier slechte ervaring mee, want de kasreserves zijn door de vorige regering geroofd.
Een centrale bank kan ook de vraag naar geld beïnvloeden met de rentepercentages die zij hanteert voor voorschotten aan banken. Een centrale bank kan voorts zelf aan- of verkooptransacties in vreemde valuta doen om daarmee vraag en aanbod in de diverse valuta te beïnvloeden. De ruimte voor banken om krediet te verstrekken wordt ook beperkt doordat banken een bepaalde mate van liquiditeit moeten aanhouden, zodat zij altijd aan hun betalingsverplichtingen op korte termijn kunnen voldoen. Voorts moet een bank voldoende eigen vermogen hebben om kredietverliezen op te vangen, waardoor een bank niet onbeperkt krediet kan verstrekken.
Welke mogelijkheden heeft de Centrale Bank van Suriname om de geldhoeveelheid te reduceren zodat het aanbod van Surinaamse dollars afneemt? De belangrijkste zijn het afbouwen van de kredietverlening aan de overheid en het beperken van de kredietverlening door banken. Dat betekent in de praktijk dat de overheid en bedrijven in mindere mate in staat zullen zijn om geld uit te geven dat zij nog niet hebben geïncasseerd of verdiend. De overheid zal langzamerhand haar enorme staatsschuld moeten afbouwen en bestedingen meer en meer moeten financieren met inkomsten uit belastingen, accijnzen en heffingen. Ondernemingen zullen hun schulden aan banken moeten reduceren en investeringen moeten financieren met baten uit hun onderneming. Oververhitting van de economie wordt hiermee voorkomen en de koers van de Surinaamse dollar stabiliseert. Zover is het nog lang niet, maar met het herstelplan van de regering en de initiatieven van de Centrale Bank van Suriname worden de eerste belangrijke stappen hiertoe gezet. Zo wordt op termijn de groente weer betaalbaar.
Hans Moison