Niet lang na het aantreden van de regering Santokhi, werd er vanwege de Centrale Bank van Suriname, besloten de wisselkoersen te unificeren. De wisselkoers voor bijvoorbeeld de US-dollar die de Centrale Bank tot op dat moment hanteerde en ook werd berekend bij de douane ten bate van de indirecte belastinginning, bedroeg SRD 7.52. Door andere financiële instituten, waren de wisselkoersen op dat moment allang gestegen tot rond de 14 SRD voor dezelfde dollar, hetgeen een 100 procent verschil inhield. Daar moest volgens onze monetaire autoriteiten verandering in gebracht worden en de discrepantie tussen de Centrale Bank koers en wisselkoersen binnen het handelsnetwerk en andere officiële en niet-officiële geldtransacties binnen de nationale grenzen, weggemaakt. De unificatie van de wisselkoersen door de Centrale Bank van Suriname doorgevoerd, werd als depreciatie van de SRD bestempeld, terwijl anderen, waaronder economisten van de Vereniging van Economisten in Suriname, VES, de unificatie bestempelden als de zoveelste devaluatie van de SRD met als enig voordeel, meer inkomsten bij de Douane en via de governmenttake. Dat de unificatie ook onmiddellijk tot prijsverhogingen zou leiden, werd daags na de aanpassing van de wisselkoersen, gelijk gemerkt. Handelaren berekenden direct ook het verschil in de wisselkoersen door in hun producten en zelfs op de waren die reeds in de opslag lagen. Ook de kleinhandelaren lieten zich niet onbetuigd en pleegden drastische prijscorrecties op goederen in de winkels. Maar zoals wij al in eerdere edities aangaven, was niet elk bedrijf in staat prijsaanpassingen toe te passen, omdat zulks gelijk enorme schade zou opleveren in de omzet. Maar zelfs met doorberekening van de oude wisselkoersen, was er geen sprake van omzetstijging en in sommige gevallen ging die zelfs omlaag, omdat de prioriteitstellingen bij de consument verder en wel noodgedwongen, werden toegepast. En te midden van de COVID-19-pandemie, waarbij veel bedrijven nog steeds niet, zoals vanouds kunnen functioneren, was er geen sprake van prijsaanpassingen, omdat het bedrijf maar half draait of gewoon al maanden gesloten is. We denken dan aan bepaalde takken binnen de horecasector. De prijsunificatie heeft ook heel wat loontrekkers in de grootste problemen gebracht, omdat bepaalde bedrijven zelfs genoodzaakt waren en nog steeds zijn, op het loon te korten en daarmede de werkers in nog grotere problemen zijn geraakt, omdat de maandelijkse verplichtingen zeker geen kortingen kunnen verdragen. De spanningen op het arbeidsfront lopen dan ook gestadig op en niemand kan echt zeggen, wanneer er weer een beetje verlichting en of normalisatie zal optreden. Het unificeren van de wisselkoersen was dan voor bepaalde instanties noodzakelijk en men had vermoedelijk verwacht dat er koersstabiliteit rond de SRD 14 voor een dollar zou ontstaan, hetgeen natuurlijk een utopische gedachtengang oplevert, omdat we zo langzamerhand heel goed weten, hoe het marktmechanisme werkt en dat vraag en aanbod binnen het wisselkoersregiem, nog steeds bepalen wat er voor een dollar gevraagd en geboden mag en kan worden. Een Centrale Bank weet ook heel goed, dat je wisselkoersstabiliteit alleen maar kan bewerkstelligen wanneer je zelf over voldoende vreemde valuta beschikt, om de wisselkoersen van met name dollar en euro, te bepalen. Als jezelf niet over voldoende valuta beschikt om de wisselkoersen te dicteren, zullen derden die dat wel hebben, het voor je doen en dat gebeurt al vanaf 2016, en daar was zelfs de valutawet van Bouterse niet tegen opgewassen, al scherm je vanwege een overheid met nog zoveel punitieve maatregelen. De realiteit is nu wél dat de unificatie het leven voor velen ondraaglijk heeft gemaakt en het volk een verdere verarming ondergaat. We zijn bijna eind 2020 en weten dat het komende jaar, de overheid uit pure noodzaak, zal overgaan tot nog hardere impopulaire maatregelen. Deze maatregelen zullen naar onze mening slechts succes hebben, als er voor de minst draagkrachtigen in ons land, een zogeheten “sociaal vangnet” in stelling wordt gebracht. Als de regering Santokhi een dergelijk vangnet niet goed instelt en het lijden onder de armen alleen maar verder toeneemt, kan ze sociale onrust verwachten. Ze behoort daarom zaken goed voor te bereiden, om zo grote problemen in dit land te voorkomen.