“De vicepresident heeft volgens de grondwet maar één opdracht. Hij is formeel geroepen om de Raad van Ministers (RvM) te coördineren. Hij zou alle informatie van de verschillende ministeries moeten hebben en de problemen samen met de desbetreffende ministers oplossen”, zegt bestuurskundige August Boldewijn desgevraagd vandaag in gesprek met De West. Hij reageert op het feit dat veel organisaties en personen naar het Kabinet van de Vicepresident gaan om hun petities aan te bieden aan vicepresident Ronnie Brunswijk. Weer anderen zoeken de weg naar de vicepresident om hun problemen aan te kaarten. Uit gesprekken met de pers blijkt dat veel mensen geloven, dat de vicepresident de problemen die zij hebben, kan oplossen.
Boldewijn zegt dat dit waarschijnlijk komt doordat de vicepresident de indruk heeft gewekt alsof hij de problemen van personen kan oplossen als zij bij hem aankloppen. “Ook bij de verschillende bezoeken die hij aflegt, lijkt het alsof hij de oplossing kan brengen.” Volgens Boldewijn heeft de vicepresident volgens de grondwet maar één taak: het coördineren van de RvM, tenzij de president hem andere opdrachten heeft gegeven. In het buitenland gebeurt het immers ook wel dat presidenten de vicepresidenten anders inzetten. “Nu weet ik niet of de president, Brunswijk een bepaalde opdracht heeft gegeven om als vraagbaak op te treden of problemen van mensen en organisaties op te lossen”, zegt Boldewijn. Indien dat zo is, zegt Boldewijn dat de president dan formeel bekend zou moeten maken dat mensen hun petities bij de vicepresident moeten indienen of naar hem moeten gaan met hun problemen.
Boldewijn geeft aan dat organisaties of vakbonden die problemen hebben, logischerwijs naar de ministeries waaronder zij vallen zouden moeten gaan voor een oplossing. Over de formele taak van de vicepresident om de RvM te coördineren, zegt Boldewijn dat als Brunswijk als vicepresident is aangewezen, hij als zodanig moet functioneren, anders zorgt dat voor verwarring. Het is gebleken dat mededelingen of informatie die Brunswijk zou moeten geven, doorgegeven wordt door minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken.
“Het kan zijn dat een bepaald onderwerp te ingewikkeld is of een specifiek karakter heeft. Dan moet de president uit diplomatieke overwegingen aangeven, dat de minister van Buitenlandse Zaken het woord zal voeren vanwege het karakter van het onderwerp, waardoor mensen niet denken dat iemand anders het werk van de vicepresident doet. Daarnaast moet men de vicepresident niet de indruk geven alsof zijn taak wordt overgenomen of dat hij ongeschikt is om de taak te vervullen”, aldus Boldewijn.