President Chandrikapersad Santokhi heeft gisteren als hoofd van de regering, de gebruikelijke jaarrede, waarin vervat de begroting zoals zijn kabinet die ziet, gepresenteerd. Een begroting die in zeer kort tijdsbestek is samengesteld en waar natuurlijk wel zoals bij elke staatsbegroting, het een en ander over kan en zal worden gezegd. Kritiek over de samenstelling en de presentatie is natuurlijk niet uitgebleven en wordt alvast gebruik gezien. Alvast is er vanwege de Vereniging van Economisten in Suriname, VES, wel gelijk kritiek gekomen over hetgeen er door de president is gesteld. Voorzitter Winston Ramautarsing, stelde dat de regering net als haar voorganger, in de fout is gegaan door niet de juiste en realistische cijfers te presenteren met betrekking tot het begrotingstekort, dat volgens de voorzitter niet SRD 7 miljard bedraagt, maar SRD 11.5 miljard, omdat de regering het aantal uitstaande leningen niet heeft opgeteld bij het verschil op de balans en wel tussen de totale inkomsten en uitgaven van staat.
Er is volgens Ramautarsing dus geen sprake van 19,7 procent van het bruto binnenlands product, maar wel van 42 procent van dat bbp. De VES-voorzitter geeft dus eigenlijk aan, dat de huidige regering dus een vertekend beeld van de huidige situatie heeft gegeven en dat is conform de regering Bouterse in het verleden heeft gedaan en waar de huidige coalitiepartijen toentertijd in de oppositiebanken, zoveel kritiek op hebben geleverd.
De buitenlandse schulden moeten volgens Ramautarsing, wel bij de totale begroting en haar opgave verdisconteerd worden en vermeld, anders krijgt men niet het juiste beeld van hoe ernstig de financiële situatie van staat wél is. Waarom de regering onvolledig is geweest bij de cijfermatige presentatie is ons niet bekend, maar als de VES begint kritiek te leveren op de manier waarop de regering zaken wenst te presenteren en realiseren, dan is er zeker wel reden tot bezorgdheid.
De regering Santokhi heeft te maken met een zeer ernstige financieel vraagstuk, waar ze uit moet zien te komen door het treffen van ingrijpende maatregelen. Er zijn methoden om een economie te herstructureren en daar zal ze zich de komende tijd op moeten concentreren. De behandeling van de ingediende begroting zal spoedig geschieden en misschien zullen er na de debatten in De Nationale Assemblee, alsnog wat wijzigingen worden aangebracht, anders kunnen de bestedingen niet worden gepleegd. De begroting en haar aanname zijn technische aangelegenheden van een kabinet, die het mogelijk maken het land op een adequate wijze te kunnen besturen.
Allemaal zaken die behoren bij een verantwoordelijke regering, die mandaat heeft gehad te regeren. Het volk kijkt wel vol belangstelling uit naar de maatregelen die genomen zullen moeten worden om uiteindelijk het leven in Suriname dragelijker te maken.
De doorsnee burger begrijpt natuurlijk weinig van zaken als “bbp” verhoudingen en staatsverplichtingen en bestedingen. Wat de doorsnee burger het meest interesseert, is een redelijke koopkracht en geen verdere verarming.
Men wenst te werken voor een redelijk salaris en brood op de plank, dat zijn zaken waar het kabinet ook zorg voor zal moeten dragen, al het andere is voor de doorsnee loontrekker veel minder relevant. In de komende maanden zal daarom moeten blijken, of de regering Santokhi erin zal slagen de onvrede die er al enige tijd bij het volk heerst, toch enigszins weg te nemen en een verbetering bewerkstelligen waardoor er weer sprake kan zijn van langzame vooruitgang. Jaarreden en presentaties van begrotingen horen erbij, maar moeten wél tot gevolg hebben, dat de vooruitgang en ontwikkeling in dit land op gang komen.