ZEER SCHADELIJKE VORM VAN VRIENDJESPOLITIEK

Dat er tijdens de twee regeringen Bouterse, rare dingen zijn gebeurd met de staatsfinanciën, wordt steeds duidelijker. Men is zeer verkwistend bezig geweest met staatsgelden, om bepaalde figuren aan het NDP-kabinet te binden en daarbij werd er nauwelijks of helemaal geen rekening gehouden met de daadwerkelijke financiële draagkracht en het verdienvermogen, van de twee regeringen. Politieke loyalisten die vaak genoeg nog incompetent waren en zijn om een wezenlijke bijdrage te kunnen leveren aan het beleid, werden geaccommodeerd met adviseursfuncties, en werden daarbij maar nauwelijks aangewend advies te verlenen, omdat ze niet de bagage ervoor hadden of hebben. Mensen die nauwelijks op het werk verschenen, kregen maandelijks geldelijke overboekingen vanwege Financiën, die in de duizenden SRD’s beliepen. Op het ministerie van Binnenlandse Zaken stikte het van de beleidsadviseurs en hun aantal beliep ook in de honderden. Minister van Binnenlandse Zaken Bronto Somohardjo, achtte het van belang in De Nationale Assemblee, enkele onthullingen te doen over misstanden binnen zijn departement. Deze misstanden hadden betrekking op het enorm aantal beleidsadviseurs, dat op zijn ministerie werd aangesteld tijdens de regeringen Bouterse, waarvan bepaalde lieden daar naar de mening van velen gezien hun maatschappelijke positie, helemaal niet thuis horen. De minister heeft bij zijn presentatie in het parlement misschien wel de nodige onvoorzichtigheid betracht, maar wel kan worden gesteld, dat hij in bepaalde gevallen, de spijker op de kop heeft geslagen. Politiek opportunisten en verraders werden voor hun bijdrage aan de kabinetten Bouterse financieel goed bedacht en dat allemaal ten detrimente aan de toch al niet sterke staatskas en een maar steeds oplopend begrotingstekort. Als er vanwege Somohardjo geen onzorgvuldigheid is betracht, dient er naar de mening van velen, ingegrepen te  worden en de lieden die ten onrechte maandelijks worden betaald door de staat, dienen van de betaalrol van staat te worden afgevoerd, of ze dat nu wel of niet leuk vinden. Het kan namelijk nimmer zo zijn, dat de regering Sinterklaas blijft spelen voor figuren die op parasitaire wijze zich hebben ingelikt bij de overheid, terwijl er zovelen zijn die gelden van de overheid dienen te ontvangen voor verleende diensten en geleverde producten. Maar we weten ook, dat het begrotingstekort van de overheid zo aanmerkelijk is gezwollen door dit soort absurde uitgaven aan lieden die er eigenlijk helemaal niet voor in aanmerking komen, maar door aanhoudende ondersteuning van een paars regiem werden verwend en dat allemaal op de zak van anderen hier en in het buitenland.

`                             *****

Moeten wij op de zogeheten Verbroederingsdag door de VHP geïnitieerd op de verjaardag van Jagernath Lachmon, de grote leider van deze partij tot in het jaar 2001, niet gelijk denken aan de andere pijler van de verbroederingsgedachte: Johan Adolf Pengel van de NPS uit de jaren vijftig, en zestig van de vorige eeuw? Deze vraag moet zeker gesteld worden aan de initiatiefnemers van deze verbroederingsdag. Jagernath Lachmon heeft zeker een significante rol vervuld in de contemporaine politieke geschiedenis van ons land voor en na het statuut, maar we mogen nimmer overgaan tot geschiedvervalsing, door maar een poging te wagen, anderen uit die tijdspanne te negeren en niet te noemen. Er hebben zich veel zaken voorgedaan tijdens de politieke carrière van Lachmon, waarbij anderen grote invloed hebben gehad en die zeker niet het slachtoffer van bewuste verwaarlozing mogen worden, door ze gewoon dood te zwijgen. Als er thans sprake is van een nationaal kabinet, geleid door Chandrikapersad Santokhi, dient dat nationalisme zo breedvoerig tot uiting te komen, met vermelding van allen die hun bijdrage hebben geleverd in het verleden voor en na de staatskundige onafhankelijkheid van dit land. Indien bepaalde nieuwe politici door hun jeugdigheid niet op hoogte zijn van wat zich binnen de Surinaamse politiek allemaal heeft afgespeeld in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw, zijn er nog voldoende aanknopingspunten om bijscholing te kunnen genieten, waardoor cruciale fouten door onwetendheid of misschien zelfs kwaadwilligheid, kunnen worden voorkomen.

More
articles