In mei van dit jaar hebben de lokale banken de terugbetaalovereenkomst van de ‘gebruikte’ kasreserves getekend met de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Deze overeenkomst is tot stand gekomen na overleg met de voorzitter van de Surinaamse Bankiersvereniging, Eblein Frangie. De banken zijn toen ook separate overeenkomsten aangegaan, alvorens zij overeenstemming hadden. Het tekenen van deze contracten volgde na het ringfencen van de kasreservemiddelen. Naar wij vernemen, heeft de Centrale Bank de kasreservemiddelen van de lokale banken deels terugbetaald. Eblein Frangie, CEO van de Finabank tevens voorzitter van de Surinaamse Bankiersvereniging zegt tegenover De West, dat het inderdaad zo is dat er reeds twee aflossingen zijn gedaan conform het contract.

De banken waren sinds januari bezig met deze kwestie en het ging hierbij om het restant aan schuldverplichting, dat de CBvS heeft bij handelsbanken. De onderhandelingen over het terugbetaalcontract werden gevoerd met de directie van de CBvS inzake de ‘verdwenen’ c.q. verduisterde vreemde valutakasreserves. Het was een slepend proces dat begon vanaf het moment dat de Bankiersvereniging op zaterdag 25 januari 2020 door ex-president Desiré Bouterse, de ex-minister van Financiën, de leiding van de Centrale Bank en de regeringscommissaris, ervan op de hoogte werd gebracht dat de met de moederbank gemaakte afspraken over het beheer van de vreemde valuta kasreservegelden niet zijn nagekomen. De banken waren hierover zeer verontwaardigd en hebben hun misnoegen geuit dat zij kennelijk maandenlang zijn misleid door met name de gewezen governor Robert van Trikt met onjuiste en onvolledige informatie. De aanwezige liquide internationale reserves bleken USD 100 miljoen lager te zijn dan de bij de CBvS geplaatste kasreserve van de banken. De banken hadden aangegeven, dat dit volstrekt ontoelaatbaar is en in strijd met de voorschriften die de CBvS zelf had uitgevaardigd.