De wettelijke regelingen verplichten de Centrale Bank van Suriname (CBvS), om de koers dagelijks vast te stellen op basis van vraag en aanbod. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) bevestigt de juistheid van die wettelijke regeling al jaren. Krachtens het (Staats-) Besluit Wisselkoersarrangementen 1994 (S.B. 1994, No. 63) stelt de President, op voordracht van de Minister van Financiën, regelen vast betreffende de wisselkoersarrangementen die ten aanzien van de Surinaamse Dollar gelden. “Op basis van dit Staatsbesluit is de Resolutie Wisselkoersarrangementen van 7 juli, no. 4948, 1994 (S.B. 1994 No. 64) gepubliceerd, waarbij bepaald is dat de Centrale Bank van Suriname de wisselkoers noteert die tot stand komt middels het mechanisme van vraag en aanbod.
‘’De tools zijn al lang aanwezig om het goed te doen, maar de politiek van de afgelopen tien jaar oefende kennelijk een zodanige grote druk op de CBvS uit, dat er nu weer forse schokken gaan komen om (overigens op zich volkomen terecht en noodzakelijk) van 7,52 naar 14/15/16 te gaan. De CBvS heeft al lang in haar richtlijnen bepaald, dat banken en geldtransactiekantoren dagelijks hun wisseltransactiegegevens moet doorgeven aan de CBvS om zodoende de juiste koers te kunnen noteren. De schok die nu komt, had voorkomen kunnen worden wanneer de juiste adviezen op de juiste wijze waren opgevolgd en de CBvS zich aan de wettelijke regels had gehouden. Daarom zal ook snel de Bankwet 1956 weer moeten worden aangepast voor een nog strakkere autonomie om de politieke invloed buiten de deur te houden zoals dat nu wereldwijd als best practice wordt aanvaard. Voormalig governor André Telting, had daar al flink aan gewerkt met de wijziging van 2005. Dit staat trouwens ook vermeld in het regeerakkoord van de huidige regering”, aldus een deskundige.