Het onderzoek tegen de ex-governor van de CBvS, Robert van Trikt die samen met de ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad en de directeur Legal Compliance and International Affairs van de CBvS, Faranaaz Hausil, de Staat Suriname naar verluidt, ernstig hebben benadeeld, is in volle gang. Er zijn vervolgens meer personen betrokken en zichtbaar gemaakt bij de handelingen die zijn gepleegd door Hoefdraad; Van Trikt en Hausil. Daarbij zijn Ginmardo Kromosoeto en Robert Putter in beeld gebracht bij het onderzoek. Deze verdachten hebben volgens bekomen informatie, samen gespannen om door de ‘verkoop’ van de overheidspanden, de mogelijkheden te realiseren monetair te financieren. Voor de 17 overheidsgebouwen heeft de Centrale Bank van Suriname, een totaal bedrag van euro 105 miljoen (1e trance van 9 gebouwen voor euro 60 miljoen en de 2e trance van 8 gebouwen voor euro 45 miljoen, samen totaal 17 panden) betaald.
De details van deze “verkoop” staan uitgebreid vermeld in een lijvig document van de PG, waarin de vermeende strafbare feiten van ex-minister Gillmore Hoefdraad van Financien zijn vastgelegd. Vier onroerende goederen uit de eerste trance gebouwen hebben een totale verkoopwaarde van SRD 76,319,983, en deze informatie was bekend bij Hoefdraad, Van Trikt en Hausil. Ook is gebleken, dat Hoefdraad niet heeft geschroomd, te praten van een geschatte marktwaarde van ongeveer SRD 378 miljoen en Van Trikt en Hausil hebben hieraan meegewerkt. Nadat CBvS voor de 2de tranche onroerende goederen had betaald, werd duidelijk, dat deze onroerende goederen (met uitzondering van het belastingkantoor aan de Sommelsdijkstraat) niet het eigendom zijn van de Staat en dat Hoefdraad ze niet kon verkopen, omdat deze stonden op naam van verschillende stichtingen, waarvan het enige bestuurslid Robert Putter is. Hoefdraad beweerde dat de onroerende goederen het eigendom zijn van de SPSB en dat Putter adviseur is van de SPSB. De Republiek Suriname heeft op 18 december 2019 Euro 11,800.000 betaald aan de Surinaamse Postspaarbank (schuldaflossing aan Putter) om eigenaar te worden van genoemde onroerende goederen, die onder de verschillende stichtingen vielen van dezelfde Putter. Naar verluidt is gebleken dat de onroerende goederen rond april dit jaar, nog steeds op naam staan van stichtingen en naamloze vennootschappen met Putter als enig bestuurslid, ofschoon de Republiek Suriname per 18 december 2019 de schuld van Putter bij de Surinaamse Postspaarbank had afgelost en Putter in een brief van 31 december 2019 heeft aangegeven, de onroerende goederen over te zullen dragen aan de Republiek Suriname. Alleen het feit dat Hoefdraad stelde, dat de onroerende goederen (2de tranche) het eigendom zijn van de SPSB kan worden aangenomen, dat Kromosoeto de onroerende goederen in de 2de tranche via Hoefdraad ten verkoop heeft geboden aan de CBvS, wetende dat deze onroerende goederen niet van de Staat Suriname waren en evenmin van de SPSB. De constructie van de verkoop van de panden is een van de mogelijkheden, die de verdachten gezamenlijk hebben toegepast, om monetair te kunnen financieren. Deze monetaire financiering heeft tot gevolg gehad dat er meer geld in omloop werd gebracht, waartegenover geen dekking stond met als gevolg een wisselkoers die de lucht in schoot.