De minister van Buitenlandse Zaken, Internationaal Business en Internationale Samenwerking, Albert Ramdin, was voor werkbezoek in Nederland. Geruchten doen de ronde dat de minister tijdens zijn werkbezoek, gesproken heeft met zijn Nederlandse collega Sigrid Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, over de 19,5 miljoen euro waarop het Openbaar Ministerie in Nederland, twee jaar geleden beslag had laten leggen. “Dat is een verkeerde indruk, dat klopt niet. We hebben niet gesproken over de euro 19,5 miljoen”, zei Ramdin, gisteren in het radioprogramma ABC Actueel.  Volgens de minister, is er gesproken over hoe Suriname de geldtransporten via de Nederlandse Centrale Bank, weer gang zou kunnen brengen. “Wanneer zaken in een situatie zijn, dat die bij de rechterlijke macht zijn, dan willen we daarover geen uitspraken doen. Waar ik naar gerefereerd hebt, is dat de geldtransporten weer opgepakt zullen worden. Voor dit proces is er eerst een gesprek nodig tussen de twee leidinggevenden van de centrale banken om de nodige protocollen op te stellen. Op zichzelf is dit een belangrijke zaak voor de bancaire sector”, aldus Ramdin. Verder zegt de minister, dat hij de uitspraken van oud-president Desiré Bouterse niet begrijpt, ook zou hij niet weten waarover Bouterse het heeft, wanneer hij beschuldigd wordt van liegen. Bouterse zou Ramdin ervan hebben beschuldigd, dat hij heeft gelogen, dat er geen afspraken zijn gemaakt tussen de voorgaande en de huidige regering.

“Vanuit mijn achtergrond als diplomaat, weet ik dat ik mij heel respectabel moet opstellen naar personen die functies van hoge staat hebben bekleed.

Zo heb ik alle respect voor de voormalige president. Ik heb niet naar welk interview of verslag van de voormalige president gerefereerd. Er is een keer gevraagd of er afspraken zijn gemaakt tussen de coalitie betreffende de positie van Bouterse, en ik heb duidelijk gezegd dat er geen afspraken zijn”, aldus Ramdin.

Hij zegt dat in de transitiefase, er wel goede gesprekken zijn geweest tussen de uitgaande en de inkomende regering.

“Er zijn daar afspraken gemaakt over hoe we met elkaar om zouden gaan’’, aldus de minister.