De regering Santokhi heeft het afgelopen weekend als een donderslag bij heldere hemel, de verhoging van de governmenttake op brandstoffen, met 1 SRD verhoogd. Ofschoon deze verhoging die diep snijdt in de portemonnee van vele automobilisten en zeker een inflatoire werking zal sorteren in alle sectoren, is er geen groot protest hiertegen, op gang gebracht. Politici horende tot de huidige regering, hebben ondertussen laten weten, dat gezien de zeer precaire financiële situatie van de overheid, er geen andere mogelijkheid is dan het verhogen van de governmenttake. Een andere politicus verklaarde dat de verhoging niet voor altijd is en dat die na zes maanden zal worden geherevalueerd. We weten allemaal dat de overheid een heel slechte en onvolledige verdiencapaciteit heeft en dat de regering Bouterse, haar tekorten financierde door her en der geld te lenen, en we uiteindelijk te maken kregen met junkstatus ratingen en nu ook zeker nog te maken hebben met een schuldenvraagstuk, dat zeker gekoppeld is aan externe leningen. De regering Santokhi zal daarom alle moeite moeten doen om de buitenlandse schulden geherschikt te krijgen en ook voor de binnenlandse, oplossingen zoeken. Het wordt een hele klus en daar zal de gehele gemeenschap bij betrokken worden en ook de lasten mee moeten dragen. Er zullen impopulaire maatregelen getroffen moeten worden en het is daarbij niet uitgesloten, dat we de weg richting het Internationaal Monetair Fonds, IMF, zullen moeten bewandelen. Maar de eerste impopulaire en zwaar drukkende stap is al genomen door de doorvoering van een verhoogde governmenttake. Wat ook gelijk is opgevallen, is dat de overheid de verhoogde governmenttake, niet wil doen gelden voor de agrarische sector. Klinkt natuurlijk deze sector als muziek in de oren, maar daar valt toch het nodige over te zeggen. Wie uit deze sector komt in aanmerking voor de brandstof die niet onderhevig is aan de verhoging binnen de governmenttake?
Gaat het alleen om lieden binnen de grootlandbouw, met name de rijstsector? Hoe wordt bepaald wie groot, middelgroot of kleiner is binnen de agrarische sector? Hoe wordt bepaald of berekend, wie in aanmerking komt voor de lager geprijsde liters in gasoline of diesel?
En hoe wordt bepaald, of de opgegeven hoeveelheden wel kloppen met de behoefte en het gebruik binnen een respectieve agrarische onderneming?
Wordt er bijvoorbeeld eerst gecheckt of de aanvrager van goedkopere brandstof, belastingplichtig is en of die afdraagt en geen enorme betalingsachterstanden heeft? Wie controleert of de brandstofhoeveelheden die verstrekt worden, daadwerkelijk binnen de agrarische onderneming worden gebruikt en niet later met een marge aan derden worden verhandeld?
Wij weten dat in het verleden, er vreselijk is gesjoemeld met voorzieningen die speciaal waren gecreëerd voor de agrarische sector en dat daarom we niet wederom de fout moeten begaan, subsidies te verstrekken aan een ieder, zonder over een goed functionerend controlemechanisme te beschikken en het ook daadwerkelijk laten werken. Wie biedt ons nu de garantie, dat een groot deel van de goedkopere diesel en of gasoline niet weder verkocht zal worden?
Wie is er nu agrariër en wie niet? Wie komt in aanmerking en wie niet?
Allemaal zaken die goed moeten worden voorbereid, alvorens bepaalde mensen zwaar worden bevoordeeld en er zeker enkelen zullen zijn, die misbruik van deze betere regeling zullen maken. Als we zonder een gedegen voorbereiding en goede controle zaken gaan stimuleren, dan komen daar zeker brokken van. De regering heeft hard geld nodig en dan ook veel geld. Het lijkt ons toch wel verstandig, na te gaan, wie wél of geen belasting betaalt en waar de achterstanden duidelijk te achterhalen zijn. Belastingplichtigen uit de agrarische sector die niet of slecht afdragen, kunnen naar onze mening, niet in aanmerking komen voor deze vorm van subsidie. De regering is naarstig op zoek naar meer geld, en zal toch voor bepaalde sectoren meer moeten gaan innen. De goud- en houtsector die vele miljoenen dollars verdienen aan export en nauwelijks bijdragen, moeten meer gaan afdragen aan de overheid. Suriname wordt vooral in deze twee sectoren leeggeplunderd en dat moet ophouden. In de afgelopen decennia zijn in deze twee sectoren vreselijk veel harde valuta verdiend en grotendeels naar het buitenland verdwenen. De regering moet naar de mening van velen, daar het geld gaan zoeken en minder bij het reeds zwaar verarmde volk.