De overheid heeft besloten een korting van SRD 0.50 per liter brandstof door te voeren voor de governmenttake aan de agrarische sector. Dit om de achteruitgang in deze sector een halt toe te roepen en deze om te buigen in positieve richting, terwijl de verhoging van de brandstofprijs (SRD 1,00 op 1 liter) wel zal doorwerken in de rest van de sectoren in de samenleving.
Sirodjenie Jankie, voorzitter van de Surinaamse Servicestations Exploitanten Bond (SSEB) om een reactie gevraagd, zegt het jammer te vinden dat het bedrijfsleven weer wordt belast.
‘’De overheid heeft totaal niet vooraf gecommuniceerd over de verhoging van de brandstofprijs met de pomphouders, ondanks dat wij het verzoek hadden gedaan om prijswijzigingen vooraf te communiceren met de SSEB’’, zegt Jankie.
Zij zegt verder dat de pomphouders niet te spreken zijn hierover, omdat ze de inners en de risicodragers zijn van de govermenttake. ‘’Nu zijn ze extra in de kosten gejaagd en wederom niet gekend. De brandstofsector wist er niks van. Ik heb het via de media moeten vernemen, zowel bij de eerste als de tweede aankondiging”, zegt zij. ‘’De regering had ook beloofd dat er een brandstofcommissie komt, maar nog voordat deze in place is, zijn de verhogingen al doorgevoerd’’, zegt Jankie. ‘’Er zij ook geen voorbereidingen getroffen voor aanpassing van de pompen, alleen omdat we onaangekondigd geconfronteerd zijn geraakt met de governmenttake.’’
Jankie merkt op dat, de verhoging een sneeuwbaleffect zal hebben op de prijzen van goederen en diensten. ‘’Indien er een pakket aan maatregelen doorgevoerd wordt, zijn er ook koopkrachtversterkende maatregelen. Afgesproken is dat de maatregelen die genomen worden, transparant zouden plaatsvinden’’, zegt Jankie. Zij vraagt zich af op welke wijze het geld aan de agrarische sector toe zal komen, onder welke noemer dit alleen geldt voor de agrarische sector, evenals hoe en op welke manier de sector het krijgt, hoe transparant gaat het zijn, en hoe zal de infrastructuur bepaald worden. Volgens Jankie zijn dit de vragen waarop de regering antwoord moet geven. De overheid moet volgens Jankie erop toezien dat men eerlijk en oprecht te werk gaat. “Want de brandstofsmokkel wordt op deze manier nog meer in de hand gewerkt”, benadrukt ze. “Er is een depreciatie aangekondigd door de minister van Financiën en die kan elk moment plaatsvinden, wat zal dan gebeuren met de pompprijs, die wordt immers berekend met de USD Centrale Bank koers’’, zegt Jankie. Ook voor wat betreft de belastingschijven zouden die niet moeten gelden voor de loontrekkers van het bedrijfsleven, omdat deze sector die volgens Jankie, het logge ambtenarenapparaat betaalt, het meest moet afstaan aan het einde van de maand. De verhoging van de brandstofprijzen houdt ook in dat de retailers meer moeten neertellen wanneer zij brandstof kopen. ‘’Alles wordt vooraf betaald, zonder dat een liter nog is verkocht’’, legt Jankie uit. “De risico’s zijn ook voor ons. De winstmarge van de pomphouder is in zeven jaar niet verhoogd. Het percentage is gebaseerd op de Centrale Bank koers, die allang is achterhaald. De werkelijke koers van de USD is tweemaal zo hoog. Wij hebben bij de minister aangekondigd dat we spoedig willen praten over onze bedrijfsmargeverruiming.’’
Jankie is van mening, dat kleine ondernemers weer de dupe worden. ”Doordat grote maatschappijen zoals de goud-, hout- en visserijsector, de governmenttake niet hoeven te betalen, vindt er volgens Jankie ook nog oneigenlijke concurrentie plaats.
“Omdat er nauwelijks controle plaatsvindt als de brandstof waarover geen govermenttake wordt betaald, werkelijk voor de productie van export plaatsvindt. De hout- en goudsector zouden zeker extra milieukosten moeten betalen, maar daarvoor moeten er wetten zijn”, aldus Jankie.
“Men geeft aan dat er geld nodig is, dat geloof ik zeker, maar geef ons ook het gevoel dat bij de overheid en parastale bedrijven, er ook bezuinigd wordt. Met alle nieuwe functies en benoemingen, vraag ik me af hoe die betaald zullen worden. Dan vraag ik mij af, of we het werkelijk zo slecht hebben. Ik wil wel geloven dat het economisch niet best gaat, maar dan zouden er juist wetten gemaakt moeten worden, hoe wij kunnen bezuinigen”, aldus Jankie.