Oproepingskaarten voor overleden personen

Afgelopen donderdag werd het startsein gegeven voor de landelijke distributie van oproepingskaarten voor de verkiezingen van 25 mei aanstaande in Suriname. De president mocht als eerste burger, zijn oproepingskaart in ontvangst nemen. Echter verloopt de distributie van de kaarten niet zonder tekortkomingen. Volgens een burger zou er ook een oproepingskaart zijn bezorgd voor haar ruim zeven jaar geleden overleden oma. “Mijn oma is ruim zeven jaar gestorven en haar overlijden is ook vermeld bij het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB). Toch werd haar oproepingskaart normaal aangeleverd, terwijl dit bij de laatst gehouden verkiezingen dat niet het geval was’, zegt een bezorgde burger.

Ze geeft aan, de oproepingskaart niet in ontvangst te hebben genomen, omdat zij geen ID-kaart kon overleggen. “Ik denk dat als ik een ID-kaart kon overleggen, ik het biljet gewoon in ontvangst kon nemen”, zegt de burger. Ze zegt zich zorgen te maken omdat zij niet weet wat verder gedaan zal worden met de kaart. “Ze hebben de kaart meegenomen en gezegd dat ze hem dan terug zullen geven aan de District Commissaris (DC), maar dat geeft mij nog geen tevreden gevoel”, aldus een bezorgde burger. Eerder hebben politieke partijen reeds melding gemaakt van 20.000 oproepingskaarten die extra zouden zijn gedrukt. Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken moeten deze dienen als vervanging voor kaarten die verlegd of beschadigd zijn. Het ministerie zou op de hoogte zijn gebracht van oproepingskaarten die zouden zijn achtergelaten bij mensen die geen legitimatiebewijs konden overleggen.

Volgens het ministerie worden colporteurs die zich daaraan schuldig hebben gemaakt, weggestuurd. Vanwege het ministerie werd er een beroep gedaan op de controleurs om ongewone zaken door te geven aan het hoofd van hun bestuurskantoor.

More
articles