Volgens de voorzitter van de vakcentrale C-47, Robby Berenstein, zijn de perikelen binnen de financiële sector hoofdzakelijk begonnen met de malversaties bij de Surinaamse Post Spaar Bank (SPSB). Berenstein zegt dat ook in deze kwestie de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, niet vrijuit gaat en eist om die reden dat de Procureur Generaal (PG) de bewindsman meteen aan de tand voelt. Vorig jaar kwam deze fraude zaak aan het licht, waarbij grote geldbedragen door mensen met klinkende namen binnen de regering bij de SPSB werd geleend en waarvan er nooit een terugbetaling zou hebben plaatsgevonden. Hierbij werden leden van de bond ontheven uit hun functie, omdat het vermoeden toen bij de leiding bestond dat ze mogelijk de documenten bewust zouden hebben gelekt.
“Het onderzoek werd wel ingesteld, maar de minister werd nooit in staat van beschuldiging gesteld”, geeft Berenstein aan. Echter zijn er volgens hem wel duidelijke zaken die aantonen dat Hoefdraad degelijk betrokken is geweest. Volgens Berenstein zou een eerder onderzoek tegen deze minister zijn gesaboteerd, omdat informatie die zou zijn opgevraagd door het Openbaar Ministerie (OM) niet zou zijn aangeleverd. “Nu daar er genoeg bewijs is geleverd in de kwestie van de Centrale Bank, dan hopen wij dat ook deze zaak weer wordt geopend, omdat het ook bij de SPSB gaat om middelen van de samenleving”, stelt de C-47 voorzitter. Hij merkt op dat haast in alle aanklachten die tegen Hoefdraad zijn gedaan, het gaat om geld van het publiek dat in bewaring zou zijn geven aan de banken. “We zullen vechten tot het bittere eind, omdat het in deze gaat om voornamelijk middelen van de werkende klasse”, zegt Berenstein.
Volgens de C-47 voorman is nog niet helemaal duidelijk waarmee de in staatstelling van beschuldiging te maken heeft. “Gaat het om de kwestie Van Trikt of gaat het om de verdwenen valuta kasreserve”, zegt Berenstein. Hij hoopt in ieder geval dat door deze instaat stelling van beschuldiging er een basis is gelegd om de SPSB kwestie verder te doen onderzoeken.