Sinds Covid-19 ook in Suriname is binnengedrongen, raken de schappen in de winkels steeds leger. Volgens de ondernemers heeft dit te maken met de recente beslissingen, die door de overheid zijn genomen. Zij geven aan dat zij niet meer in staat zijn de producten aan te schaffen bij de groothandelaren, of dat hun winsten nu zo minimaal zijn, dat het steeds moeilijker wordt hun maandelijkse kosten te denken. “De regering laat het grandioos afweten, als het aankomt op het ondersteunen van het ondernemerschap”, zegt een winkelier tegenover de krant.

Volgens hem heeft de regering met de aanname van de wet valutaverkeer, de sector helemaal kapot gemaakt. “Wij willen de regels wel naleven, maar de groothandelaren hanteren nog steeds hun eigen koers, en indien wij deze hanteren worden we op het matje geroepen door de Economische Controle Dienst (ECD) van het ministerie van Handel, Industrie en Toerisme (HI&T)”, zegt de winkelier. Hij zegt verder dat een ander probleem het feit is, dat zij met de spullen blijven zitten, omdat de samenleving niet meer in staat is deze te kopen. “De mensen hebben ook geen geld, waardoor je blijft zitten met de producten en ze op den duur vervallen. Als ondernemer lijd je hierdoor steeds verlies”, zegt de winkelier.

Volgens de winkelier heb je zoveel prominenten binnen de regering, echter wordt er bitter weinig gedaan voor de groep van handelaren. Hij geeft aan dat haast in alle landen er wordt geïnvesteerd in ondernemerschap, maar dat alleen in Suriname deze sector wordt afgebroken. “De afgelopen jaren hebben vele collega’s hun deuren gesloten, dit omdat de kosten niet meer in de hand te houden waren”, zegt de winkelier op verontrustende wijze.

In de huidige situatie is volgens de winkelier alles nog erger geworden. “De verkoopcijfers zijn aanzienlijk gedaald, maar ik moet nog steeds huur betalen. Als de situatie niet verandert zal ook ik binnenkort mijn deuren moeten sluiten”, stelt de winkelier.