Het ministerie van Arbeid betreurt de manier waarop het genoemd is in een bulletin van C-47, welke eerder deze week in de media is verschenen. Het betreft in dezen het bericht: Vakbond: Directie Greenheart dwingt werkers tot ontslag. Uit het bericht blijkt, dat er een herstructureringsplan gaande is in het bedrijf en dat er daarover overleg plaatsvindt tussen het bedrijf en de Greenheart Group Werknemersregistratie (GGWO). Uit het bericht blijkt ook, dat werknemers worden gedwongen door de werkgever om voor ontslag te tekenen, waarmee kennelijk wordt bedoeld dat de werknemers onder druk worden gezet om akkoord te gaan met een beëindiging op basis van wederzijds goedvinden. Verder wordt ook vermeld, dat de werknemers daartoe bewogen worden onder de mededeling zijdens de werkgever, dat ze geen andere keus hebben en niet mogen rekenen op ondersteuning van het ministerie van Arbeid en de vakbond. Indien deze mededelingen zijn gedaan aan de werknemers, dan mag dat aangemerkt worden als misleiding en bedrog en is het een gedrag dat niet strookt met goed werkgeverschap.
Werknemers in alle sectoren van de Surinaamse economie mogen rekenen op ondersteuning van het ministerie van Arbeid. De ondersteuning vindt conform de Wet Arbeidsinspectie, plaats middels advies dat gegeven wordt aan de werknemers over hun rechtspositie en hun rechten en plichten. In het geval van een herstructurering en een mogelijke afvloeiing zou het advies van het ministerie aan de werknemers luiden dat ze te allen tijde het recht hebben om akkoord te gaan met een beëindiging met wederzijds goedvinden. Uiteraard is het een kwalijke zaak wanneer deze beëindiging als basis heeft, misleiding en onjuiste informatie van de werkgever.
In dit geval is er over de afvloeiing overleg gaande met de werknemersorganisatie. In casu is het niet bevorderlijk voor de goede arbeidsverhouding en de erkenning van de collectieve vakverenigingsrechten van de werknemers, als de werkgever simultaan ook onderhandelingen pleegt met individuele leden van de bond die mandaat aan de bond hebben gegeven om overleg te voeren. Het advies van het ministerie zou voorts luiden dat de werknemers het recht ook hebben om in alle vrijheid te besluiten, niet akkoord te gaan met een beëindiging met wederzijds goedvinden, bijvoorbeeld wanneer de voorwaarden om akkoord te gaan niet voordelig zijn voor de werknemer.
In het geval een werknemer niet akkoord gaat en de werkgever toch de dienstbetrekkingen wil beëindigen, dan zal de werkgever een ontslagvergunning moeten aanvragen op grond van de Ontslagwet 2018. Deze vergunning wordt verleend door de Ontslagcommissie en wel na toepassing van hoor en wederhoor. Na verkregen vergunning is het de werkgever dan toegestaan om de dienstbetrekking eenzijdig te beëindigen en wel met inachtneming van de wettelijke of andere overeengekomen opzegtermijnen en eventuele voorwaarden die door de Ontslagcommissie aan de vergunning worden verbonden.
Het ministerie van Arbeid heeft een opendeurpolitiek voor werknemers en werkgevers. Voor advies over ontslag kan men primair terecht op het Juridisch Bureau van de Arbeidsinspectie en in voorkomende gevallen ook bij de Ontslagcommissie of het onderdirectoraat Juridische en Internationale Zaken. Werknemers mogen wel degelijk rekenen op ondersteuning van het ministerie Arbeid.