Vakcentrale C-47 trekt het onderzoek met betrekking tot de vermoedelijke malversaties bij de Surinaamse Post Spaarbank (SPSB), in twijfel. Dit zei C-47-voorzitter Robby Berenstein, gisteren tijdens een persconferentie, nadat hij de bonden bij de verschillende financiële instellingen op de hoogte had gesteld van de stand van zaken.
Berenstein gaf aan totaal geen vertrouwen te hebben in de Centrale Landsaccountantsdienst (CLAD) en het externe accountantsbedrijf Lutchman, die bezig zijn met het onderzoek en het Openbaar Ministerie moeten voorzien van feitelijke informatie. Op grond hiervan kan de procureur-generaal dan het besluit nemen voor het wel of niet starten van een strafrechtelijk onderzoek.
Berenstein had op de persconferentie een stapel met correspondentie van de procureur-generaal (PG) naar onder anderen de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, president Desiré Bouterse en de CLAD. Uit de briefwisseling is volgens de vakbondsleider duidelijk op te maken dat er sprake is van stagnatie. Tijdens de opening van het nieuwe zittingsjaar van het Hof van Justitie op vrijdag 4 oktober, heeft de PG in zijn toespraak zijn bezorgdheid geuit over de trage voortgang in de corruptiezaken, waaronder die van de SPSB. Hij zei dat dit te wijten is aan onder andere de gebrekkige aanlevering van aanvullende gegevens, de geringe opsporingscapaciteit vanwege de unit Fraude van het Korps Politie Suriname en de niet altijd ideale combinatie voor de zaakofficieren van justitie om naast hun reguliere werk, tijd vrij te maken voor de aansturing van de onderzoeken. De PG deelde voorts mee, dat het vooronderzoek van de Clad met versterking van externe accountants in deze zaak, eind juli een deelrapport heeft opgeleverd. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft als kopielezer conclusies kunnen trekken die inmiddels ter kennis zijn gesteld van onder anderen de belanghebbenden. De PG heeft in een brief aan de Clad verzocht om een update van het onderzoek, maar heeft nog geen reactie ontvangen.
Berenstein gaf aan dat het onderzoek niet wordt gedaan zoals is afgesproken met de president in bijzijn van de PG. Hij zei dat er deelonderzoeken worden uitgevoerd die gedirigeerd en beïnvloed worden door de minister van Financiën. Hij spreekt de hoop uit dat de verantwoordelijke instanties waaronder het parlement, in deze kwestie inkomen, zodat het onderzoek kan worden bespoedigd. Het op de lange baan houden van het onderzoek, kan volgens de C-47-voorzitter tot gevolg hebben dat bewijzen worden weggemaakt en in de doofpot belanden. Hij benadrukte dat de PG de mogelijkheid op grond van de wet moet krijgen om bij het niet meewerken van instanties, toch aan informatie te komen. “Voorkomen moet worden dat corruptie niet wordt aangepakt”, aldus Berenstein. Hij zei dat de PG voldoende mogelijkheden heeft vanuit zijn positie, om het onderzoek ondanks stagnatie, op een voortvarende manier te kunnen afronden.

-door Johannes Damodar Patak-