Vandaag, nu precies 110 jaar geleden, besloot Williaan Kraan, de oud-redacteur van de krant Onze West, zijn eigen krant De West uit te geven. Op 1 oktober 1909 verscheen dan ook de eerste editie van De West. Het ligt niet in de bedoeling van de huidige leiding van de oudste krant van Suriname, wederom breedvoerig in te gaan en haar totale geschiedenis de revue te laten passeren. Bij het honderdjarig bestaan van De West, nu weer tien jaar geleden, is uitgebreid ingegaan op al hetgeen dit blad in een eeuw heeft mogen meemaken en daar zijn toen de ups en downs in vermeld. Hieronder kunt u de markante details van een eeuw De West lezen voor degenen die daartoe de belangstelling tonen. Vandaag zijn we weer tien jaar verder en is de volgende mijlpaal bereikt. Niet bepaald een nietszeggende prestatie, gezien de zeer moeilijke omstandigheden waarin elke krant in de eenentwintigste eeuw moet zien zich staande te houden. Wereldwijd hebben de schrijvende media te maken met de negatieve effecten die voortvloeien uit het internet. Het zogeheten ‘breaking news’ komt altijd sneller beschikbaar dan in een gedrukt exemplaar van een nieuwsbulletin en dat maakt, dat men in deze eeuw minder snel naar een krant grijpt voor het vernemen van de meest recente en relevante informatie. Wat ook al geruime tijd speelt, is dat een zogeheten ‘leestraditie’ bij de meeste jeugdigen ontbreekt en men genoegen neemt met zeer korte en beschikbare informatie die te verkrijgen is op bijvoorbeeld de smart phone. De afgelopen tien jaar hebben ons bij De West dan ook geleerd, hoe om te gaan met de gewijzigde omstandigheden en doen beseffen, dat communicatie met de samenleving op een gediversifieerde manier zal moeten geschieden. Dat een krant alleen bestaansrecht heeft en zal kunnen blijven genieten, hangt natuurlijk geheel af van de ondersteuning van de lezers en adverteerders. Gelukkig is het nog zo, dat onze lezers ons in de afgelopen tien jaar, niet in de steek gelaten hebben en daar zijn we als krant heel dankbaar voor. Voor wat betreft de adverteerders uit de private sector, hebben wij ook ondersteuning mogen genieten, ofschoon zij door de nog steeds heersende crisis, enorme dalingen in hun omzet en productie meemaken. Voor deze ondersteuning onze hartgrondige dank. Vanwege de regering is het een heel andere benadering naar dit medium geweest, waarbij in veel opzichten er sprake is geweest van openlijke ondermijning. Niet lang na augustus 2010, vielen de advertenties van de verschillende ministeries met nadruk weg en was er sprake van een boycot. Nadat hieromtrent protest was aangetekend en daarover herhaaldelijk melding vanwege onze redactie was gemaakt, kwamen er dan wel wat overheidsadvertenties, maar werden die heel slecht of helemaal niet betaald. Vanaf 2013 is het gros van de advertenties dat geplaatst is door de regering Bouterse, niet betaald en loopt dit verlies op naar 7 ton SRD. Ook een manier om een krant die kritische berichten brengt, te saboteren, in de hoop dat de kritieken zullen verstommen. Dat is bij deze krant nimmer gelukt, als de lezer onze geschiedenis goed doorneemt en begrijpt dat de vrije meningsuiting voor ons nog steeds hoog in het vaandel wordt gedragen. De West bereikt vandaag zijn zoveelste mijlpaal en zou eigenlijk in een uitbundige feestroes moeten verkeren. Gezien de huidige omstandigheden in het land waar wij al 110 jaar deelgenoot van zijn, hebben wij gemeend wederom geen groot feest te bouwen. Wij spreken de hoop uit dat lezers, adverteerders en sympathisanten, ons zullen blijven schragen en wij daardoor in staat kunnen zijn de Surinaamse gemeenschap te blijven dienen en van eerlijk nieuws voorzien. Directie, Redactie en Personeel, hebben deze zeker gedenkwaardige mijlpaal op een niet uitbundige wijze intern gevierd.
*****************
100 jaar De West – Dagblad uit en voor Suriname
DONDERDAG 1 OKTOBER 2009 – Vandaag precies honderd jaar geleden rolde in opdracht van hoofdredacteur William Kraan de eerste editie van De West van de drukpers. Kraan, de oprichter van De West was een uit Nederlandse ouders in Groot Brittannië geboren man, die zich in Suriname had gevestigd en er tot kort voor zijn dood in Soest, Nederland, in ons land gewoond heeft. Kraan was in het begin van zijn journalistieke loopbaan verslaggever bij de lokale krant Onze West en groeide uiteindelijk uit tot hoofdredacteur van het blad. Negen jaren lang vervulde hij de functie van hoofdredacteur totdat hij op een gegeven moment in aanvaring kwam met de familie Heyde, die verantwoordelijk was voor de uitgave van Onze West. Op een gegeven moment werd het duidelijk, dat Kraan en de familie Heyde niet meer door één deur konden. Kraan was er echter van overtuigd, dat de krant financieel levensvatbaar was en dat ook de rentabiliteit van de exploitatie (mits die op een rationele grondslag gevestigd was) een succesverhaal zou worden bij voortzetting in een iets andere vorm. Kraan kwam toen met het voorstel aan de familie Heyde om de exploitatie voor eigen rekening en eigen risico over te nemen. De firma Heyde zou dan voor een vast bedrag belast blijven met het drukken van de krant. De firma Heyde en de heer Kraan konden ook na het voorstel van de laatstgenoemde, niet tot een werkbare samenwerking geraken. Kraan, die van geen wijken wist, nam toen het besluit, zijn eigen krant uit te geven. De firma Oliviera werd bereid gevonden voor een beduidend lager bedrag en op een groter formaat de eerste editie van De West op 1 oktober 1909 te drukken. Kraan schreef in zijn eerste editie: ,,Het zal overbodig zijn te zeggen, dat in De West dezelfde richting door mij zal worden gevolgd als in Onze West. “Op de oude grondslagen zal worden voortgebouwd, en allerminst wensch ik mij van oud plunje te ontdoen. Meermalen zal verwijzing naar vroeger verschenen artikelen in Onze West noodig zijn. Opgemerkt zij slechts dat De West in het algemeen een vooruitstrevend liberale richting zal zijn toegedaan zonder nochtans bij eenige partij te zijn aangesloten”. Tot zover de aanhaling. Het blad werd onder de bezielende leiding van William Kraan en enkele medewerkers steeds populairder. Deze populariteit had vaak alles te maken met het feit, dat de hoofdredacteur niet zelden met grote risico’s voor de krant en zichzelf het opnam voor degenen, die onrecht werd aangedaan in deze samenleving. Zijn felle commentaren brachten hem vaker in aanvaring met de justitie. Zo moest hij verschillende malen zich aanmelden op het Openbaar Ministerie en was hij tijdens de Tweede Wereldoorlog zeker geen vriend van gouverneur Kielstra, die door velen in dit land als een koloniaal en despoot werd gezien. Tijdens de periode van de laatstgenoemde hoogste vertegenwoordiger van de Nederlandse regering in Suriname werd er op een gegeven moment zelfs gedreigd met een verschijningsverbod voor De West. Gelukkig kwam het in deze periode niet zover. Wel kan gesteld worden, dat deze krant meerdere malen op niet aflatende wijze is geïntimideerd. Wij citeren uit de Encyclopedie van Suriname twee aanhalingen, waarbij de hoofdredacteur van De West de heer Kraan in aanvaring kwam met de koloniale autoriteiten. “In september 1913 werd tegen de redacteur-uitgever van De West een vervolging ingesteld, die in november daaraanvolgend leidde tot veroordeling tot gevangenisstraf van drie maanden wegens belediging van de gouverneur, die op de dag van de uitspraak uit eigener beweging gratie verleende. In 1937 en 1938 werd de redacteur van De West veroordeeld. De eerste maal omdat hij het gouvernement beticht had van het opzettelijk krenken van het rechtsgevoel en de tweede maal wegens een artikelenreeks over wantoestanden in het s’ Lands Hospitaal, in het bijzonder tegen de chef Cool, waarover hij schreef:’’Wat het lichtende Radium voegde aan den goeden naam van het Hospitaal werd de inrichting ontnomen door de bedorven Cool.’’ In 1938 werd gebruik gemaakt van het Koninklijk Besluit van 26 oktober 1933, toen op 16 maart een artikel verscheen in De West (welk blad vaak felle kritiek op gouverneur Kielstra had uitgeoefend) waarin de redactie uit een redevoering van minister Welter in de Tweede Kamer de conclusie trok, dat de gouverneur aan tropenkolder leed. Na verhoor door het Parket van de procureur-generaal schreef de redacteur op 23 maart een artikel, waarin hij zijn conclusie terugnam en zijn leedwezen betuigde over het gepubliceerde artikel. Na de bovengenoemde artikelenreeks tegen het beleid van de medicus Cool werd besloten krachtens artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 26 oktober 1933 De West aan te wijzen als drukwerk welks verspreiding kan worden verboden”. Tot zover de aanhalingen uit de Encyclopedie van Suriname. Het is tot op de dag van heden voor ons niet duidelijk waarom William Kraan op het Parket op een stuitende wijze werd geintimideerd en het hoofd toen heeft gebogen voor een serie bedreigingen. Ruim 38 jaar gaf Kraan zijn krachten aan deze krant. In 1943 achtte hij de tijd rijp om de redactie uit te breiden. Hij stelde David Findlay voor, die toen leraar was op een Muloschool op Aruba, om terug te keren naar ons land om hem te komen assisteren. Na enige tijd met de heer Kraan samengewerkt te hebben, stelde deze aan Findlay voor de krant te kopen. Kraan zou naar Nederland terugkeren om de laatste jaren door te brengen met zijn twee zusters. In 1947 vertrok Kraan richting Nederland en vestigde zich in Soest. In december van hetzelfde jaar overleed de oprichter van De West in Nederland. In onze editie van 1 oktober 2004, toen wij 95 jaar in stilte doorbrachten, tekenden wij over een deel van onze historie het volgende op: “De West, die door de jaren heen een aanzienlijke groei had doorgemaakt, had een afzonderlijke administrateur nodig. De heer Van der Heide, die in ambtelijke dienst was, werd aangezocht en bereid gevonden deze taak op zich te nemen. Aanvankelijk verscheen de krant twee keer in de week. Dat werd later uitgebreid naar drie keer per week. De drukker was eerst de heer Oliviera. Later kwam het druktechnische gedeelte onder de hoede van drukkerij DAG. Drukkerij Marcus heeft ook enige maanden voor de grafische afronding van ons blad gezorgd. Op 1 april 1950 werd De West een dagblad. Het zetsel werd geleverd door drie Linotype loodzetmachines, die geleidelijk aan door de heer D. Findlay in de Verenigde Staten van Amerika waren gekocht. Op 15 juni 1953 werd met de ingebruikneming van een automatische Miehle pers een eigen drukkerij geopend aan de Oranjestraat, thans Mr. Dr. J.C. de Mirandastraat. Niet lang na de installatie van de eerste Miehle pers kwam er aan het eind van de jaren vijftig een tweede. Ook het aantal Linotype machines werd verder uitgebreid naar zeven. Ook kwam er een clichograaf van het merk Hell bij. Ruim 28 jaar werd de krant uitgegeven in boekdruk. Het blad groeide verder en was in 1977 in staat het off-set systeem binnen de drukkerij te introduceren en in december 1979 werd de eerste rotatiepers van het merk King Press geïnstalleerd. Hoofdredacteur D.Findlay publiceerde zijn redactionele artikelen onder de noemer ‘’Kleine Korrels’’ die door bepaalde mensen in onze samenleving gevreesd werden en door velen gewaardeerd. De vrije pers en het recht op vrije meningsuiting werden tot 1980 ten volle gerespecteerd. Daar kwam in februari abrupt een eind aan toen een zestiental sergeanten een staatsgreep pleegde tegen de wettig gekozen regering van Henck Arron en een sterk repressieve militaire dictatuur vestigde, die ons land maar liefst 7 jaar in een wurgende greep hield. En daarna nog 4 jaar de naweeën deed gevoelen. Voorafgaande aan deze staatsgreep, die ruimschoots van tevoren door de Nederlandse kolonel Hans Valk, de sergeant-majoor Bouterse en zijn onderofficieren voorbereid was, ontstond er een situatie van bandeloosheid binnen de Surinaamse Krijgs Macht, SKM. Deze toestand, die door de hoofdredactie van De West herhaaldelijke malen als muiterij – want dat was het zonder enige twijfel- werd bestempeld, werd onze krant op 25 februari 1980 niet in dank afgenomen. Met machinegeweren werd er omstreeks 09:00 uur die morgen op onze gebouwen aan de Mr. Dr J.C. de Mirandastraat geschoten. Onze mensen werden onder bedreiging met automatische wapens door ene korporaal Wooter als wilde beesten de straat op gejaagd en met vervolgens twee handgranaten naar binnen gegooid. Grote schade werd aangericht in het gebouw van de Administratie, en onze oudste Miehle drukpers werd onherstelbaar vernietigd. Zelfs de hoofdredacteur en zijn naaste medewerkers werden op zeer brute wijze gesommeerd te vertrekken. De krant verscheen die dag niet. Op 26 februari 1980 verscheen de krant wederom en op dezelfde avond omstreeks negen uur werd het vuur wederom op het gebouw van onze Administratie geopend. De volgende dag vernamen wij, dat wij niet eens hadden geïnformeerd of wij wel weer mochten verschijnen. Door bemiddeling van andere journalisten werd erin toegestemd, dat de krant weer kon verschijnen. Wel werd ons erop gewezen, dat wij “voorzichtig” moesten zijn met hetgeen er vermeld werd. Het was duidelijk, dat wij vanaf dat moment te maken hadden met een repressieve militaire dictatuur pur sang onder enkele meedogenloze incompetente figuren, die voor wat betreft het besturen van een land volledige groen waren. Het was daarom van belang de nodige tact te hanteren om niet het slachtoffer te worden van de wispelturigheid van deze lieden. David Findlay, de hoofdredacteur van onze krant kon vanaf dat moment niet meer schrijven in het belang van de Surinaamse gemeenschap en dat zat hem heel erg hoog. In een nieuwe rubriek “Fictie” trachtte hij nog wat richting te geven aan het maatschappelijk gebeuren. Het land verkeerde vanaf dat moment in grote spanning, de ene contra-coup na de andere werd door de militairen geënsceneerd om de spanning erin te houden en om met tegenstanders te kunnen afrekenen. De trek van landgenoten naar Nederland werd er alleen maar door verhevigd. Op 6 april 1982 werd ons blad zwaar getroffen door het plotselinge verscheiden van onze geliefde hoofdredacteur David George Albert Findlay in de leeftijd van 69 jaar. ‘s Morgens nog gewoon op kantoor geweest, werd hij in de vooravond getroffen door een hartaanval. De klap voor de familie in het bijzonder en het bedrijf in het algemeen was erg groot. De Erven D.G.A. Findlay, bijgestaan door David Findlay zijn rechterhand en redacteur Orlando Renwick Hofwijk, zetten zijn goede werk voort. Hofwijk had er al ruim veertig jaar aan de zijde van David Findlay op zitten. Ook tijdens Findlay zijn afwezigheid zwaaide Hofwijk altijd op zeer verantwoordelijke wijze de scepter bij De West. De toestand in Suriname verslechterde echter verder en in december liep de zaak naar een climax. Militairen onder leiding van Desiré Bouterse haalden 16 politieke opponenten op en slachtten hen allen, op één persoon na, op vrijwel onbeschrijfelijke wijze af. Voorafgaande aan deze moordpartij werden radiostations, een drukkerij en een vakbondsgebouw in brand gestoken. De brandweer kreeg de opdracht dat ze niet mocht blussen. Kort voor de moordpartijen werd door legerleider Bouterse via de televisie meegedeeld, dat alle mediabedrijven, op de STVS, de SRS en De Ware Tijd na, een verschijningsverbod hadden. Dit verschijningsverbod werd ons opgelegd zonder dat wij gehoord werden over bezwaren, die eventueel tegen hem zouden kunnen worden ingebracht. Slechts goed ingewijden zullen zich een beeld kunnen vormen van de rampzalige betekenis van dit verbod. Zestien lange maanden mochten wij onze productiemiddelen niet ten eigen bate aanwenden. Wel werden wij op een gegeven moment door de militaire onderdrukkers gedwongen, krantjes voor hun organisatie en hun politieke beweging te drukken. De afkeer van het militaire regiem werd steeds duidelijker. De krantjes werden door ons gedrukt, maar het publiek weigerde ze te lezen. Zelfs gratis wenste men de epistels niet te hebben. In december 1983 braken er als gevolg van prijsverhogingen, aangekondigd door minister Caldeira van Financiën, stakingen uit te Paranam. Naar aanleiding van deze stakingen werd het kabinet-Alibux door legerleider Bouterse, de eigenlijke machthebber in het land, naar huis gestuurd. Dit kabinet werd vervangen door het kabinet-Udenhout. Onder Udenhout werd er ruimte geschapen voor het wederom opstarten van de gesloten media. Voor De West onderhandelden op dat moment met de regering de twee leden van de Hoofdredactie E.D. Findlay en O.R. Hofwijk. Er werd echter wel een perscode geïntroduceerd, die de media nog enige tijd zou muilkorven. De krant moest vrijwel opnieuw beginnen.Alle abonnees waren wij kwijtgeraakt. De colporteurs waren bijna van ons vervreemd en enkele werknemers uit de technische richting waren elders hun heil gaan zoeken. Er was veel moed voor nodig om weer helemaal opnieuw te beginnen. Gelukkig was er nog voldoende grafisch materiaal in huis om wederom te kunnen opstarten. Onze trouwe lezers en adverteerders lieten ons gelukkig niet in de steek en langzaam en met veel inzet en de nodige tegenslagen kwam de zaak weer van de grond. Ook in de Hoofdredactie deden zich daarna enkele wijzigingen voor. De edities van april 1982 tot september 1984 noemen E.D.Findlay en . van december 1984 tot augustus 1987 G.D.C.Findlay en R. Hofwijk en van september 1987 tot en met december 1989 G.D.C. Findlay en D.A.L.Truideman als de hoofdredacteuren. Na deze periode werkten, naast de huidige hoofdredacteur, als adjuncthoofdredacteur de heren G.Ferrier en C. Djamin. In december 1996 kregen wij wederom een zeer slechte tijding te verwerken. Orlando Renwick Hofwijk, onze oudhoofdredacteur, kwam tragisch om het leven bij een verkeersongeval. Eén van de voornaamste pijlers uit het bestaan van onze Hoofdredactie en een grote bron van kennis en informatie, werd in één keer weggeslagen. Vervolgens bestond de Hoofdredactie uit de heer G.D.C.Findlay en mevrouw L. Kettie. Thans is de hoofdredacteur de heer G.D.C. Findlay en mevrouw Colli-Chin A Tam, adjunct-hoofdredacteur. De beslissing van William Kraan in 1909 een krant uit en voor Suriname te stichten en het daaruit voortvloeiende honderdjarig bestaan, zijn bijzondere mijlpalen. Gewichtige gebeurtenissen die zonder steun en erkenning vanuit de Surinaamse samenleving niet mogelijk zouden zijn geweest. Voor die steun afkomstig van hoofdzakelijk lezers en adverteerders zijn wij altijd zeer dankbaar geweest. Zonder deze steun zou 100 jaar De West zeker niet mogelijk zijn geweest. Dat De West thans aan haar 101ste jaargang mag beginnen, heeft zij in een niet geringe mate aan eigen krachtsinspanning te danken . Het is daarom op de honderdste jaargang van onze krant een dure plicht om in de ruimste zin van het woord, nogmaals bijzonder dank uit te brengen en hulde te doen uitgaan aan alle begunstigers, die in de afgelopen 100 jaar De West tot steun zijn geweest; hetzij als medewerker, hetzij uit collegialiteit, hetzij toentertijd als abonnee of adverteerder, hetzij als personeelslid bezield van toewijding en loyaliteit. Op deze dag gaan onze gedachten ook uit naar hen, die voor ons dit blad hebben bestuurd of als redactielid het bestuur deelachtig zijn geweest. Hiervoor halen wij speciaal naar voren de heren Kraan, Findlay en Hofwijk die zich onderscheidenlijk 38, 39 en 43 lange jaren op excellente wijze van hun taak hebben gekweten. Mogen deze heren voor alle mensen, die thans bij De West werkzaam zijn, een blijvende bron van inspiratie zijn. Vandaag l oktober 2009 is De West 100 jaar. Ofschoon wij ons bewust zijn van deze bijzondere gebeurtenis hebben wij toch besloten geen groot feest te vieren. Directie, Redactie en Personeel hebben deze gedenkwaardige mijlpaal op een niet uitbundige wijze intern gevierd. Met de steun van de Almachtige en de verdere schraging van de Surinaamse samenleving gaan wij voort met onze nieuwsvergaring en presentatie in het belang van dit land en zijn samenleving.