Regering en Suralco: twee handen op de buik van Alcoa

Gisteren, 27 augustus 2019, was ik voor het eerst in ongeveer 10 jaar in dat wat moet heten ‘de vergaderzaal van het volk’, DNA. Tegen half tien ’s avonds, voegde ik me bij de andere activisten, die de hele dag bij toerbeurt in het wit op de publieke tribune zaten. Toen ik aankwam, was de vergadering geschorst. Op de tribune trof ik behalve de activisten van de milieuorganisatie Opete en platform SetiSRnan, ook enkele journalisten en Hugo Blanker. Blanker had de Surinaamse vlag meegenomen en tegen het glas van de publieke tribune opgehangen. Dat mocht niet. Een jongedame van de veiligheidsdienst, gaf hem op hoge toon het bevel de vlag te verwijderen. Ook mocht hij de vlag niet over zijn schouders draperen. Blanker zei dat hij tegen deze gang van zaken zou protesteren bij de voorzitter van DNA. Hoe het verder is afgelopen, ben ik nog niet te weten gekomen.

De publieke tribune bevindt zich op balkons aan de oostelijke en de westelijke zijde van de vergaderzaal. De tribune is met glasplaten afgescheiden van de vergaderzaal, waarschijnlijk om de eerwaarde volksvertegenwoordigers te beschermen tegen querulant volk op de tribune. Vroeger was dit de danszaal van de Buitensociëteit Het Park. In deze zaal hebben mijn vrouw en ik in 1976 onze huwelijksreceptie gehouden. Op de vloer van de vergaderzaal hebben we toen nog gedanst. Op deze avond was er van dansen geen sprake.  

Enkele parlementariërs hingen verveeld in hun stoelen.  Sommigen werkten op hun laptop of zaten te staren naar hun smartphones.  Een dikke creoolse dame zat een stapel van SRD 50 biljetten te tellen. De meeste parlementariërs waren buiten de zaal.  Enkelen zaten buiten onder de amandelbomen of in de kantine.  Anderen waren ongetwijfeld ergens in vergadering.  Iedereen was in afwachting wat er zou gaan gebeuren.  Wanneer zou de vergadering doorgaan? Zou er vanavond nog gestemd worden?  Op een terrasset op het erf zaten enkele parlementariërs waaronder Jennifer Vreedzaam van de NDP, met wie ik vroeger bij het BOG gewerkt heb. Ze gaf me een slap handje en hield haar gezicht strak. Er kon geen glimlachje af.  Ze had duidelijk geen zin in een gesprek.  Ik had haar willen vragen over de uitnodiging die haar was gestuurd door de Werkgroep Gedupeerden Gezondheidszorg om te praten over de crisis in de gezondheidszorg.  Haar afwijzende lichaamstaal gaf me te verstaan dat ik dat maar liever kon laten.  Wat kunnen mensen veranderen. Ik vroeg ze of ze wisten wat er zou gaan gebeuren.  Dat wisten ze niet.

Het uur van de waarheid

De vicepresident was intussen gearriveerd en die stond in de hal voor de fractiekamer met parlementariërs en adviseurs te praten. Roche Hopkinson, die eerder in de vergadering furore had gemaakt met kritische opmerkingen over leningen van de regering bij een duistere organisatie genaamd Blackrock, liep langs en ik ging hem achterna.  Ik sprak hem aan en hij keerde zich naar me om. Hij keek me vragend aan. Ik was even verwonderd om zijn afstandelijke houding.  Die had ik niet verwacht.  Ik zei dat ik hem alleen maar wilde groeten.  Ook bij hem kon er geen lachje af.  Ik vroeg hem waarom hij zo terughoudend reageerde.  Hij zei: “Weet u nog dat u me weigerde te groeten in de winkel aan de Franchepanestraat, samen met mijn broer?” Ik kon me dat inderdaad herinneren. Hopkinson was toen net DNA-lid van de NDP geworden en ik was daar toen erg boos en teleurgesteld over, omdat ik hem op de poli en bij de NPS had leren kennen als een intelligente jongeman met het hart op de juiste plaats.  Ik zei hem dat het me speet dat ik hem zo had bejegend.  Hij leek mijn excuses te accepteren en zei iets in de trant van ‘zand erover’.  Ik zei: “Ja. Het gaat om de toekomst. Het uur van de waarheid is nu.”  

Achteraf heb ik nagedacht over de ontmoeting met Hopkinson.  We stonden vlak bij de vicepresident en zijn groep.  Zij binnen, wij buiten, gescheiden door glas.  We waren goed zichtbaar voor de mensen binnen. Ik denk dat Hopkinson het op het ogenblik erg moeilijk heeft. Hij staat waarschijnlijk onder zware psychologische druk, omdat hij kritisch is geweest naar de regering.  Hij kon een ontmoeting met mij, zo in het zicht van de vicepresident en andere toppers, niet goed hebben op dat moment.  Misschien zou hij op een ander moment, zonder toeschouwers, hartelijker hebben gereageerd op mijn toenaderingspoging.

Ik had honger en zocht iets te eten.  De kantine mocht ik niet in.  Er zijn weinig faciliteiten voor het volk in de vergaderzaal van het volk.  Er is alleen een waterkoeler in een donker hoekje onderaan de trap.  Wie wat wil drinken, moet steeds de trap af.  Maar goed.  De publieke tribune is meestal leeg, dus is investeren in extra faciliteiten voor het publiek, geen topprioriteit, neem ik aan.

Twee handen op de buik van het grootkapitaal

Met de aankomst van de vicepresident kwam zag ik plotseling wat meer beweging bij de parlementariërs in de zaal en daarbuiten.  Wat mij het meeste opviel, was dat de Mark Waaldijk, Dilip Sardjoe en vooral Ruben Halfhuid, de directeur van de Suralco, rondliepen en druk in de weer waren mensen te spreken.  Ze spraken verschillende  parlementariërs aan, met name Abdoel en Doekhie. De man van wie mij gezegd werd dat het Ruben Halfhuid was, hamerde met zijn ene hand in de palm van zijn andere hand.  Hij gaf instructies, dat was duidelijk.  Geen moment zag ik ze in gesprek met iemand van de oppositie.  Het beeld was duidelijk:  Suralco en de regering zijn twee handen op één buik, de buik van het grootkapitaal.

De beul van de Suralco

Ruben Halfhuid is in 2012 aangesteld als directeur van de Suralco met als enige taak de aluinaardefabriek te ontmantelen en de Brokopondo-bijeenkomst te beëindigen met zo min mogelijk nadeel voor de Alcoa.  Halfhuid is de beul die de aluinaarde- en aluminiumindustrie in Suriname moet afmaken.  Dit beulswerk schijnt hij eerder ook in andere landen te hebben gedaan voor de Alcoa.  Hij schijnt gespecialiseerd te zijn in het opdoeken van bedrijven die vanwege bedrijfseconomische of geopolitieke redenen niet meer voordelig zijn voor de Alcoa.  Daarbij moet ervoor gezorgd worden dat Alcoa niet blijft zitten met kosten en processen vanwege milieuschade en dergelijke.

Alcoa gaat niet weg, ze willen Bakhuys voor de toekomst

Alcoa gaat echter niet weg uit Suriname.  Ze hebben pas al hun eigendomsgronden en concessies opnieuw laten registreren bij de grondautoriteiten in Suriname.  Het beëindigen van de Brokopondo-overeenkomst en het ontmantelen van de aluinaarde- en aluminiumindustrie in Suriname is niet omdat er geen bauxiet meer is.  Integendeel. Suriname beschikt over grote voorraden bauxiet van goede kwaliteit in onder andere het Bakhuysgebergte. Er spelen geopolitieke redenen op de achtergrond. Alcoa wil het Bakhuysgebergte hebben voor de toekomst.  Mocht het moeilijk worden in Afrika of Australië, dan hebben ze altijd nog het Bakhuysgebergte achter de hand.  Bakhuys is voor Alcoa een bauxietspaarpot dicht bij huis, voor moeilijke tijden.

Afgekeurde MoU nog steeds op het vuur

Mark Waaldijk en Dilip Sardjoe trokken de hele avond cirkels rondom minister Akiemboto. Uit de lichaamshoudingen, bewegingen en clusteringen van de mensen kon ik concluderen, dat alles wat in de MoU van 2015 werd bekokstoofd, nog steeds op het vuur staat.  Aan arme minister Akiemboto, onze goedheiligman, de taak om dit onheilzame gerecht op te dienen en aan te prijzen.

 

De man van Blackrock

Na de aankomst van de vicepresident duurde het niet lang meer tot de vergadering werd hervat.  Melvin Bouva nam plaats op de voorzittersstoel en kondigde de tweede ronde voor de regering aan.  Aangezien minister Akiemboto meer dan honderddertig vragen moet beantwoorden, werd voorgesteld de vergadering te verdagen naar donderdag.  Enkele parlementariërs van oppositie en coalitie kregen naar aanleiding van deze mededeling, het woord.  Het lid Gajadien van de VHP, vroeg waarom het uren moest duren om te wachten op de verdaging van de vergadering, terwijl vanaf het begin duidelijk was dat deze zaak niet op één avond geklaard zou kunnen worden.  Abdoel van de NDP reageerde hierop met te stellen, dat de parlementariërs niet moeten klagen, omdat ze goed betaald worden. Etnel van de NPS zei toen dat het inderdaad zo is dat de parlementariërs goed betaald worden, maar dat dat ook geldt voor de regering.  Zij doelde daarbij op de president die afwezig is op een vergadering die van cruciaal belang is voor de toekomst van ons land.

Geen eenheid tegenover Blackrock

Uit de woordenwisseling tussen oppositie en coalitie, proefde ik dat een samenwerking  van alle leden van DNA in het belang van het volk iets is waar we nu alleen nog maar van kunnen dromen.  De kloof tussen oppositie en coalitie lijkt onoverbrugbaar. 

Toen ik thuiskwam, vond ik in mijn mailbox een bericht van Asha Mungra van Actiecomité Alcoa.  Ze had een voorstel om weer een verklaring uit te brengen. 

De verklaring luidde als volgt:

Het Actiecomité Alcoa (ACA) is zeer ingenomen met de bijdrage van het coalitielid Roché Hopkinson in DNA  vergadering  van 27 augustus 2019. Het lid onthulde het  bestaan van  lijnen en relaties  van de huidige regering met financierder wereldgigant Blackrock, die medebezitter is van: Alcoa, Newmont, Iamgold en Watsila.

Blackrock zou geld hebben geleend aan Suriname. Het is niet bekend om hoeveel het gaat, wat de rente is en waarvoor het is gebruikt.

De voorzitter van de onderhandelingscommisie, Dilip Sardjoe, is alleenvertegenwoordiger van Watsila in Suriname . Dat verklaart waarom dhr. Dilip Sardjoe  er alles aan doet om de voorstellen tot wijziging van de Brokopondo Overeenkomst er door te drukken.

Het ACA  roept de Coalitie op om het belang van Suriname voorop te stellen. Met de bijdrage van Hopkinson is duidelijk geworden, dat een onderzoek gedaan moet worden naar hoe de voor Suriname zeer nadelige overeenkomst door de presidentiële commisssie  c.q. de regering, tot stand is gekomen.

Het  ACA roept de totale bevolking op om Hopkinson en zijn collega’s te ondersteunen in deze zware strijd

Namens het  Actiecomité Alcoa 

Ik adviseerde om dit bericht niet uit te brengen om Hopkinson te beschermen.  Onze complimenten aan zijn adres maken hem in de ogen van zijn fractiegenoten alleen maar nog meer verdacht. Hij wordt nu al schuin aangekeken. Dat zag ik toen ik naast hem stond buiten de deur van de fractiekamer.  De vicepresident en de toppers binnen. Hij buiten.  Hopelijk vindt hij de kracht, samen met nog meer kritische mensen in de coalitie, om de zware psychologische en sociale druk te weerstaan.   Daarom roep ik iedereen op de acties van de overkoepelende milieuorganisatie Opete te ondersteunen. Kom geestelijke en fysieke steun geven aan vooral de leden van de coalitie om hun constitutionele integriteit te behouden en hun politieke moed te verzamelen om tegen Blackrock, tegen Dilip Sardjoe  Mark Waaldijk en Desi Bouterse in te gaan. Kom in het wit gekleed naar het parlement.  Zie bericht elders op deze pagina.

Suriname is in de greep van Blackrock, een duistere internationale organisatie, die zich bezig houdt met het omverwerpen en installeren van regiems om de investeringen van hun stakeholders te beschermen. Met het vinden van grote olievoorraden voor de kust van Guyana en de kans dat het ook in Suriname gaat gebeuren, maken internationale grootmachten zich op om met omkoperij en corruptie de politieke weg te banen naar onze natuurlijke hulpbronnen.  De kwestie Suralco is nog maar het begin. Er staan ons Nigeriaanse en Biafraanse olietaferelen te wachten.

Paramaribo, 29 augustus 2019

W.J.Bakker, voorzitter Platform SetiSRnan; wjbakker@sr.net

 

More
articles