Roche Hopkinson (NDP) is er nog steeds volledig van overtuigd, dat de Alcoa-contracten in het belang zijn van Suriname. Hij heeft in het parlement de contracten onder een vergrootglas geplaatst en de regering om duidelijkheid gevraagd over verschillende aspecten. Hopkinson gaf aan dat er momenteel een onderzoek gaande is met betrekking tot de staat waarin de dam verkeert. Dit rapport zal op korte termijn uitgebracht worden. Hopkinson wilde weten welke garantie Suriname heeft dat de dam in goede staat zal verkeren bij de overhandiging, aangezien het rapport nog niet is afgerond. Volgens de regering wordt Suralco niet gevrijwaard van toekomstige milieuschade. Echter vermeldt artikel 6 van de milieuovereenkomst, dat Suralco alleen aansprakelijk blijft voor toekomstige onbekende saneringen. Hopkinson zei dat dit artikel onvoldoende dekkend is, gezien gesteld wordt dat Suralco aansprakelijk blijft voor milieuschade en milieuverontreiniging, ook voor het ontstaan ervan na sanering of rehabilitatie. Diverse experts hebben gewaarschuwd voor de effecten die pas na jaren zichtbaar zullen worden. Hopkinson is van mening dat Suralco aansprakelijk moet blijven voor milieuschade dan wel milieuverontreiniging die ten tijde van het opmaken van het closure rapport niet zichtbaar c.q. verborgen was, maar een direct gevolg is van haar verrichte werkzaamheden. In de stroomopname-overeenkomst is bepaald dat de prijs jaarlijks met 2,5 procent zal stijgen in lijn met de Amerikaanse inflatie.
Hopkinson merkte op dat er echter geen beperking is gelegd op deze jaarlijkse prijsstelling en er wordt ook geen uitleg gegeven waarom er gekozen is om de prijsstijging te koppelen aan de inflatie in Amerika.
Het is daarnaast ook niet duidelijk wanneer deze overeenkomst exact in werking is ge-gaan. Hopkinson gaf verder aan dat er geen duidelijkheid is over wat het financieel plaatje zal zijn op de datum van de overdracht van de dam. “Suralco heeft het recht bedongen dat zij nog kort voor de overdracht, kosten in rekening mogen brengen. Bij het eventueel goedkeuren van de transactiedocumenten en de machtigingswet, zal dus het werkelijk financieel beeld niet duidelijk of bekend zijn”, stelde hij. Hij vroeg de regering nadere uitleg over deze kwesties. Ten aanzien van het Nederlands recht als toepasselijke recht, zei Hopkinson dat vanwege de zichtbare aanknopingspunten van Suriname, het meer dan lo-gisch zou zijn, dat het Surinaams recht van toepassing zou moeten zijn en voor specifieke kwesties bepaalde externe wetten dan wel principes of normen zouden kunnen worden geselecteerd. “Er is geen duidelijkheid om welke nuttige en grondige reden het Nederlands recht van toepassing zou moeten zijn. Gezien de historische achtergrond tussen Suriname en Neder-land en de politieke gevoeligheid rond het ontwikkelen van nieuwe evenwichtige bilaterale relaties, zeg ik dat het niet raadzaam is om te werken met Nederlandse wetten bij geschillenbeslechting.”
In de huidige conceptovereenkomsten en de wet scha-deloosstelling, is bepaald dat Suralco ge-vrijwaard wordt van toekomstige wetgeving en rechtelijke uitspraken dan wel de aansprakelijkheden die daaruit voortvloeien. Hopkinson zei dat deze bepalingen zijn pet ver te boven gaan.
Hij vroeg zich af in welke mate het parlement en de regering die de wetgevende macht vormen zich zou willen beperken met betrekking tot toekomstige wetgeving. Volgens hem kan een soevereine staat zijn wetgeving niet afsnijden voor elke multinational die hier is, wil ko-men of wenst te vertrekken.
“Hoe kan de wetgevende macht bepalen dat geen enkele toekomstige uitspraak in het nadeel van Suralco en andere mag zijn?”, wilde Hop-kinson weten. Hij stelde dat de milieuovereenkomst in tegenstelling tot wat wordt be-weerd, onvoldoende dekking voor eventuele milieuschade biedt. In de overeenkomst zijn namelijk bepalingen opgenomen die aangegeven, dat de staat slechts het recht heeft om geconstateerde gebreken met be-trekking tot sanering en rehabilitatie werkzaamheden aan Suralco kenbaar te maken binnen maximaal 90 dagen na ontvangst van het closure rapport. Verder is in de slotbepalingen van deze artikelen vermeld, dat Suralco mag volstaan met het afleggen van een redelijke verklaring waarom zij van me-ning is dat er geen sprake is van gebrek of gebreken. “Dit kan niet bestaan, zeker niet in het groenste land ter wereld, zeker niet als we op het punt staan onze eigen milieuwetgeving in orde te maken.
De zorg van ons land met name het milieu, is een verantwoording van ons allen.
De relatie met Alcoa is niet ontslaat uit gelijkwaardigheid en heeft zich nooit weten te ontwikkelen tot eentje van gelijkwaardigheid. Laten we nu bij de afwikkeling zelf uiteenzetten en niet doen wat het bedrijf goed vindt voor ons”, aldus Hopkinson.
door Priscilla Kia