Trawlers nog niet verwijderd; zaak in hoger beroep

De zes Chinese fabriekstrawlers bevinden zich nog steeds in de Surinaamse wateren. Dit ondanks dat de staat het kort geding tegen Ross National Fisheries N.V. heeft gewonnen. Antoon Karg, advocaat van de visserijsector, zegt in gesprek met De West, dat de zaak inmiddels in hoger beroep wordt behandeld bij het Hof van Justitie.
Karg geeft aan dat er dupliek is genomen door het bedrijf en de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS). Het gaat om een schriftelijke conclusie naar de rechter met daarin de standpunten. Op 17 oktober gaat de visserijsector antwoorden. Karg benadrukt dat het hoger beroep niets te maken heeft met het vonnis in kort geding. “Hoger beroep schort het vonnis niet op”, aldus de advocaat. De uitspraak in kort geding is reeds op papier. Het is niet duidelijk waarom de desbetreffende autoriteiten niet overgaan tot de uitvoering van het vonnis.
Jerry Slijngaard, directeur van de kustwacht heeft eerder aangeven, dat hij hoopt het vonnis zo snel mogelijk te ontvangen, omdat er reeds een plan van aanpak is. Volgens hem kunnen er nog geen stappen worden ondernomen tegen de trawlers, omdat het vonnis nog niet betekend is. Zo gauw dit is gebeurd, kan het plan uitgevoerd worden. De acties om de boten te verwijderen liggen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, waaronder ook de kustwacht valt.
De Chinese hektrawlers die zich vanaf november 2018 in onze wateren bevinden, kregen van minister Parmessar tot 22 mei de kans zich te verwijderen.
Echter sleepte eigenaar Ross National Fisheries N.V. de staat voor de rechter, omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat de trawlers wel over een geldige visvergunning beschikten. Echter bleek het niet te gaan om een vergunning, maar slechts om een bewijs van aanvraag.

door Johannes Damodar Patak

More
articles