In het kort geding dat Ross National Fishery N.V. tegen de regering heeft aangespannen, is tot op heden geen uitspraak gekomen. Rabin Parmessar, minister van Land-bouw, Veeteelt en Visserij (LVV), gaf eerder in het parlement aan, bij zijn standpunt te blijven: er zullen geen vergunningen verleend worden aan de fabrieksschepen, omdat die niet voldoen aan de voorwaarden van de Suri-naamse viswetgeving. De rechter had tijdens de zitting van 11 juni, partijen vier weken de gelegenheid gegeven om overeenstemming te bereiken. Antoon Karg, advocaat namens de visserijsector, geeft aan dat de regering bij haar standpunt is gebleven, zij heeft geen visvergunningen aan de hektrawlers verstrekt. De volgende zitting staat gepland voor 8 augustus, waarbij verwacht wordt dat er vonnis wordt gewezen.
Mark Lall, secretaris van het Visserscollec-tief, verklaart tegenover de krant, dat het standpunt van de vissers dat de boten moeten vertrekken uit Suriname, nog steeds recht overeind staat. Hij geeft aan dat de kustvisserij wordt gehinderd door de aanwezigheid van deze grote schepen. “Deze boten liggen precies in een gebied waar wij aan kustvisserij doen, we weten dus ook niet als ze toch vissen. Wel zorgen de vissers ervoor dat er een oogje in het zeil wordt gehouden, maar verder kunnen we niets doen, want ze staande houden mogen we niet”, zegt Lall.