De behandeling van de nieuwe wet over het minimumloon, is begonnen in De Nationale Assemblee tijdens een openbare commissievergadering. De commissie van rapporteurs staat onder leiding van DNA-lid Patrick Kensenhuis. Door de aanwezige DNA-leden werden ettelijke vragen gesteld met betrekking tot de gepresenteerde wet die meer dan 30 wijzigingen van fundamentele en minder ingrijpende aard zullen brengen aan de bestaande die in 2014 werd aangenomen. Minister Soewarto Moestadja ging na de eerste ronde in DNA, uitgebreid in op vragen en opmerkingen gemaakt door de DNA-leden.
Deze wet werd in opdracht van Moestadja voorbereid door een tripartiete commissie. De bewindsman ging uitgebreid in op het beginsel van de modernisering van de arbeidswetgeving die nu gaande is en verwees naar het sociaal contract en de ‘vernieuwing van de sociaal-maatschappelijke orde’ als 1 van de 5 vernieuwingen, die door deze regering is beloofd. “Het sociaal contract dat de huidige regering in 2010 is aangegaan met de Surinaamse bevolking, vloeit volgens Moestadja voort uit de ‘vernieuwing van de sociaal-maatschappelijke orde’. Het sociaal contract is niets anders dan een uitvloeisel van de ‘vernieuwing van de sociaal-maatschappelijke orde’, waar de Revo-gerelateerde regeringen ideologisch mee worden getypeerd en gekarakteriseerd. Dit houdt 1 van de 5 vernieuwingen in waardoor de nieuwe revolutionair georiënteerde regeringen dienen te worden geleid.
Vernieuwing van de arbeidswetgeving is volgens Moestadja onderdeel van de vernieuwing van de sociaal maatschappelijke orde. Daaraan hebben de revolutionair getinte regeringen, waar ze de gelegenheid hebben gehad om de lijnen uit te zetten, zich wel aan gehouden. We verwijzen volgens Moestadja naar de vele arbeidsdecreten uit de jaren ’80. Nu is de tweede generatie van de alzo gemotiveerde arbeidswetgeving, weliswaar in een veel groter volume, aan het ontstaan. Geen onderdeel van deze wetgeving staat los van de Surinaamse realiteit”, aldus de minister. “De vernieuwing van de sociaal-maatschappelijke orde is volgens de minister onmogelijk met het ongemoeid laten van verouderde arbeidswetgeving. Een veroudering die erkend wordt door alle drie partners. In deze regeerperiode is het eerder geconcipieerde, maar niet in uitvoering gebrachte ‘Project Modernisering Arbeidswetgeving’ verder uitgezet.”
“De Wet Minimum Uurloon (WML) werd in 2014 aangenomen ter uitvoering van de artikelen 28 en 29 van de grondwet, als onderdeel van een nationaal sociaal zekerheidsstelsel. Het doel is volgens de memorie van toelichting geweest ‘het garanderen van een minimum inkomen voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen, die tegen betaling een dienst aanbieden, verlenen of arbeid verrichten’. De Wet Minimumloon is mede gebaseerd op de Minimum Wage Fixing Convention, 1970 (No. 131)”, aldus Moestadja. De minister ging ook in op de Nationale Loonraad, ‘de grootste verworvenheid van deze wet’. Hij lichtte toe wat de toegevoegde waarde is van de Loonraad en dat is zijn uitgebreide en zeer technische taakstelling. Daarom is de regering voorstander om apart van de SER dit orgaan in het leven te roepen dat belast zal worden met een 11-tal taken. De Loonraad is bedoeld tripartiet te zijn aangevuld met deskundigen waaronder uit het Planbureau. In de huidige wetgeving is geen mechanisme tot vaststelling van het minimumloon en het steeds wijzigen daarvan opgenomen.
“Terwijl wij deze nieuwe wet aan het ontwikkelen zijn, worden er ook pogingen ondernomen om op basis van de wet van 2014, het minimumloon aan te passen” aldus de minister. Dit zal volgens hem geschieden op basis van artikel 3 lid 4 van de wet van 2014 en wel bij staatsbesluit. Dit vastgesteld niveau van het minimumloon zal gelden, totdat het op rechtsgeldige wijze zal worden gewijzigd. Als deze wet die nu onder uw hamer ligt wordt goedgekeurd, wordt de oude van 2014 ingetrokken. Dat betekent dat het als dan vigerende minimumloon nu niet meer op de oude wijze zal worden vastgesteld en gewijzigd maar op de nieuwe wijze waarin de wet zal voorzien. Daarbij zal de Nationale Loonraad een belangrijke rol spelen”, zei Moestadja in DNA met betrekking tot de aanpassing van het minimumloon. De minister vertelde ook aan dat de nieuwe wetgeving niets zegt over het functioneren van de huidige wetgeving, maar dat door de veelheid aan correcties die aanbevolen zijn voor deze wet, gemakshalve gekozen werd om voor een nieuwe wetstekst te kiezen met als centraal vernieuwend punt de Nationale Loonraad. De minister deed de mededeling dat het staatsbesluit met betrekking tot deze Loonraad al door het ministerie is voorbereid.