Groenteprijzen afhankelijk van twee factoren

De prijs van in het bijzonder bloesemgroenten, is de lucht ingegaan. Voor een hoopje sopropo moet al gauw SRD 15 worden neergeteld, voor vijf stuks tomaten SRD 17,50 en voor een klein bosje kouseband SRD 5. De prijs van bladgroenten is nog vrij stabiel en schommelt tussen de SRD 5 en SRD 10. Ganeshkumar Kandhai, voorzitter van Landbouw Coöperatie Kwatta, zegt desgevraagd dat de verhoogde prijzen te maken hebben met twee factoren, namelijk de natuur en het handelen van de mens. Hij legt uit dat de landbouwers niets kunnen doen tegen de harde regen en dat er sprake is van overmacht. “Als mens moeten wij rekening houden met de kleine factoren en het beleid daarop afstemmen”, zegt de voorzitter.
Wat de landbouwers volgens hem wel hebben gedaan, is hun arealen afstemmen op de vier seizoenen van ons land, zodat de voorziening van groenten op de lokale markt optimaal blijft. Kandhai benadrukt dat er enorme investeringen zijn gedaan. Zo hebben de landbouwers hun arealen verhoogd en voorzien van ontwateringsinfrastructuur. Maar het probleem is volgens hem dat de infrastructuur van de boeren niet aansluit op de hoofdkanalen, die onder het zorggebied van de overheid vallen.
“De landbouwers hebben hun gedeelte gedaan, het is de overheid die het laat afweten”, aldus Kandhai. Hij geeft aan dat de overheid zorg moet dragen voor de waterbeheersing en afwatering. Hij vertelt dat recent hij nog gezien heeft dat landbouwers waterpompen aanschaften om hun groenten te redden.
Momenteel is er volgens Kandhai een schaarste aan kool, omdat door de regen de koolaanplant is vernietigd. Wat de landbouwers hebben kunnen redden, wordt op de markt verkocht. Kandhai merkt op dat er een vergunning is verstrekt aan een importeur om kool te importeren. Hij is hier geen voorstander van, omdat het voor de lokale landbouwer onmogelijk is om te concurreren. Hij benadrukt dat ondanks het verlies dat de landbouwers hebben geleden, de lokale kool tegen een redelijke prijs wordt aangeboden. Kandhai legt uit dat de prijzen van bloesemgroenten gestegen zijn, omdat bij harde regen de bloesems afvallen, met als gevolg dat er minder productie is. Hier ontstaat dan volgens hem een situatie waarbij de vraag groot is, terwijl het aanbod klein is.
Kandhai die ook ex-minister is geweest op het ministerie van Openbare Werken, zegt dat tijdens de veldbezoeken die hij deed als minister, de landbouwers toen al hun infrastructuur hadden afgestemd op de vier seizoenen. Echter was volgens hem toen het probleem de aansluiting op de hoofdinfrastructuur van de overheid. Hij is van mening dat wij moeten overstappen naar modernere technologieën voor het telen van groenten. Hij noemt als voorbeeld landen als Nederland en Costa Rica, die groenten telen in kassen. Dit is volgens hem het antwoord op twee zaken, namelijk de opwarming van de aarde en de constante productie van groenten. Het telen in kassen heeft volgens hem als voordeel dat de landbouwer de temperatuur zelf kan regelen. Het probleem van een steeds warmer wordende aarde, heeft dan geen effect op de productie. Ook zal er volgens hem sprake zijn van een redelijke prijs.
Persoonlijk denkt Kandhai dat Suriname moet werken aan een prijsmechanisme. In ons land wordt er nog steeds gewerkt met hoopjes, terwijl in andere landen groente per gewicht wordt verkocht. Dit laatste is volgens Kandhai gunstiger voor de landbouwers, want zij zijn dan verzekerd van een vaste prijs voor hun groenten, wanneer zij een bepaald gewicht aan groenten telen en verkopen. Kandhai is van mening dat hiermee het probleem van verschillende prijzen voor dezelfde groentesoort komt weg te vallen, omdat er dan nationaal één prijs gehanteerd zal worden.

-door Johannes Damodar Patak-

More
articles