De minister van Volksgezondheid, Antoi-ne Elias, heeft d.d. 31 mei jongstleden, een brief gericht aan de Vereniging van Medici in Suri-name (VMS) met het verzoek of de vereniging deel uit wil maken van het bestuur van de op-richting van de Stichting Regionaal Ziekenhuis Wanica.
De redactie van De West heeft de hand weten te leggen op de brief die de VMS op 12 juni aan de minister heeft gestuurd, waarin de VMS laat weten dat zij om diverse redenen helaas geen gevolg kan geven aan het verzoek van de minister om een vertegenwoordiger van de VMS in het bestuur van de in oprichting zijnde stichting voor te dragen. “Wij willen hierbij voorop stellen dat de VMS op zich wel voorstander is van een ziekenhuis in Wanica, in het bijzonder vanwege de populatie in dat gebied, maar een vestiging aldaar zou zijn grondslag moeten vinden in een goed gefundeerde planning waarbij zowel de patiëntenpopulatie als een correcte verdeling van de zorg, rekening houdend met de consequenties voor bestaande ziekenhuizen, welke planning in dezen ontbreekt althans niet met ons kon worden gedeeld. Echter is het een feit dat de overheid de reeds (lang) bestaande ziekenhuizen nauwelijks tot niet draaiende kan houden wegens gebrek aan financiële middelen en dat tegen het eind van elke maand elk ziekenhuis weer moet bedelen om geld en moet zien de eindjes aan elkaar te knopen”, aldus de VMS.
Onderhoud en personeel
Het bestuur van de VMS gaf in de brief aan, dat het ziekenhuis in Wanica ook onderhouden moet worden, dat het ook steeds salarissen zal dienen te betalen aan het personeel, alle leveranciers van medicamenten, hulpmiddelen, onderdelen, instrumentarium, etc., moeten elke maand ook betaald worden om te kunnen blijven voortbestaan. De overheid kan volgens VMS niet eens de bestaande ziekenhuizen normaal overeind kan houden, investeren in een nieuw ziekenhuis is dan ook geen gezonde zaak. Ook het ernstig tekort aan verpleegkundigen en de trek van onze krachten naar het buitenland, zal dit geheel volgens VMS niet positief beïnvloeden, integendeel. ‘’De vooruitzichten laten zich dan ook gemakkelijk raden’’, aldus VMS.
Geen planning patiëntenpopulatie verplaatsing
Een ander probleem dat het VMS-bestuur aankaart, is dat met de ingebruikname van een ziekenhuis in Wanica, er een wezenlijk deel van de patiëntenpopulatie verplaatst zal worden naar dat ziekenhuis, wat betekent dat de bezettingsgraad van de ziekenhuisbedden in Paramaribo zal afnemen, hetgeen die ziekenhuizen nog verder in de financiële problemen zal brengen. “Er is geen planning voor een gezonde spreiding die niet ten koste gaat van het voortbestaan van andere ziekenhuizen of voor het geven van een andere bestemming in de zorgsector aan bijvoorbeeld een van de bestaande ziekenhuizen. Geen calculaties waarop de planning dient te zijn afgestemd, geen afstemming met de overige ziekenhuizen of dit haalbaar is of hen nog verder in de gevarenzone zal brengen, niets van dien. Ook hieraan, dat wil zeggen aan de indirecte medewerking aan bevordering van de ondergang van een of meer ziekenhuizen in Paramaribo, kan de VMS haar medewerking dan ook niet verlenen”.
VMS niet eens met Cubaanse artsen
Daarnaast haalt de VMS aan dat dit ziekenhuis door Cubaanse artsen zal worden bemenst. “Het mag u bekend zijn dat het gehele systeem van de medische opleiding in Cuba sterk verschilt van dat van Suriname. De gemiddelde Cubaanse arts is als ‘exportproduct’ volgens Cubaanse maatstaven gereed gemaakt, bovendien spreekt men onze taal niet, hetgeen uitermate belangrijk is in de medische wereld. De basisopleiding is vanwege de grote verschillen per universiteitsstad in Cuba veelal niet toereikend, redenen waarom de in Cuba opgeleide Surinaamse basisartsen ook eerst in Suriname via m.n. HISURI 1 – 2 jaar verder opgeleid worden, een extra fase, waarvan uw Ministerie niet alleen goed op de hoogte is, doch zelfs nauw bij betrokken is”, stelt de VMS. Volgens de VMS genieten medisch specialisten in Cuba slechts enkele deelopleidingen in hun specialisatie. Om specifiek een voorbeeld e geven, doet een Cubaanse oogarts slechts twee jaar over de studie, doch kan niet in een Surinaams ziekenhuis werken met deze deelopleiding, omdat deze te beperkt is opgeleid. Als voorbeeld haalt de VMS de Cubaanse gynaecologen aan (voor het Marwina ziekenhuis te Albina), die nog nooit bevallingen hebben geleid. “Als dit de kwaliteit is die u als Minister van Volksgezondheid nastreeft voor de volksgezondheid in ons land, thans in de perifere ziekenhuizen, dan kunt u wel begrijpen dat wij -ondanks eerder door ons gegeven signalen- hierin hevig teleurgesteld zijn en ons zorgen maken over de nabije toekomst van de gezondheidszorg”, aldus de VMS.
Boycot medische faculteit
De minister van Volksgezondheid had al eerder meegedeeld, dat in het Wanica Ziekenhuis medici zullen worden opgeleid door Cubaanse artsen, terwijl de Medische Faculteit van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, tot dusver basisartsen op goed niveau heeft afgeleverd, zonder dat aan de kwaliteit van het onderwijsniveau getwijfeld hoeft te worden. “De gedachte alleen al aan een dergelijke opleiding zomaar opzetten in een dergelijk ziekenhuis zonder betrokkenheid van de Medische Faculteit, roept veel vragen op en doet vermoeden dat dit alleen maar zal bijdragen aan de verdere verlaging van het opleidingsniveau en per saldo dus ook van de kwaliteit van de zorg. De VMS ziet hier geen heil in en kan ook hieraan geen enkele medewerking verlenen”.
‘Goedkope’ artsen
In de media is ook door de minister van Volksgezondheid aangehaald dat de Cubaanse artsen slechts US-dollar 800 per maand plus tickets plus (gratis) huisvesting plus (gratis) vervoer in de maand kosten, maar uit informatie uit andere bronnen en ook uit buurlanden, blijkt dat genoemd valutabedrag hooguit slechts een kwart is van hetgeen de Surinaamse staat aan de Cubaanse overheid dient te betalen in US-dollars per Cubaanse arts. De kosten per Cubaanse arts, waarvoor per saldo – in tegenstelling tot onze Surinaamse artsen die in SRD worden uitbetaald – US-dollars maandelijks door de Surinaamse overheid dienen te worden betaald terwijl daar toch al een flinke schaarste aan is, liggen dus aanmerkelijk hoger dan voorgewend is in de media.
Reputatie Surinaamse artsen wordt te grabbel gegooid
De VMS stelt voorts in het schrijven, dat de Surinaamse overheid en het Staatsziekenfonds, al al geruime tijd proberen de Surinaamse artsen als boeven af te schilderen, terwijl alom bekend is dat Surinaamse artsen juist nagenoeg overal ter wereld inzetbaar zijn vanwege hun goede opleiding en kwaliteit van de zorg. “Waar is de trots, waar is het nationalisme bij het Ministerie van Volksgezondheid gebleven? Ligt dat onder uw Ministerschap nu in Cuba, omdat men denkt “goedkoper” uit te zijn met buitenlanders dan met onze eigen Surinamers?! Hoe kan men verwachten van beroepsgroepen als de medici, die gemiddeld 7 – 8 jaar om 12 – 16 jaar op hoger (universitair) niveau hebben moeten studeren om deze medische beroepen met hun specifieke verantwoordelijkheden te mogen uitoefenen, dat deze zorg moeten leveren van mindere kwaliteit, lager niveau, alsof ze lager opgeleiden zijn? Is dat wat de zieke mens in ons land verdient? Is dat wat het Staatsziekenfonds en u als Minister van Volksgezondheid uiteindelijk nastreven? De leden van de VMS weigeren dat te geloven en zullen blijven werken aan de handhaving en verdere verbetering van een zo goed mogelijk zorgniveau in ons land”, aldus de VMS.
Geloofwaardigheid in de minister
“Hier voren hebben wij slechts enkele redenen opgesomd van de vele die wij hebben om niet te (kunnen) participeren in een Bestuur van het op te richten Wanica Ziekenhuis. Daar dient nog bijgevoegd te worden, dat ook de geloofwaardigheid van u als Minister voor ons in het geding is, nu u de uwerzijds aan ons gedane toezeggingen met betrekking tot de verplichte nakoming van het (schriftelijk overeengekomen) RESUME door het SZF alsook het sluiten van overeenkomsten door het SZF met de medici voor de normale duur, na 7 weken nog steeds niet bent nagekomen en daar ook geen werk meer van lijkt te maken”, stelt de VMS tot slot.
door Gladys Findlay