‘’Mensenrechten zijn geen prioriteit voor deze regering’’, zegt Angelic Alihusain-del Castilho, voorzitter van DA’91, als reactie op het feit dat Suriname tegen een resolutie stemde die door de meerderheid van de OAS-lidstaten gesteund wordt. Afgelopen dinsdag was de permanente raad van de Organisatie van Amerikaanse staten bijeen om de mensenrechten in Nicaragua te bespreken. Een ontwerpresolutie over de mensenrechtenschendingen die reeds geruime tijd plaatsvinden in Nicaragua, lag op tafel voor een debat door de OAS-lidstaten. Suriname heeft samen met Nicaragua en Saint Vincent & Grenadines, tegen deze resolutie gestemd. Een meerderheid van twintig landen ondersteunde de resolutie. Tien landen onthielden zich van stemming.
Del Castilho merkt op dat de regering steeds grijpt naar de grondwet om haar standpunt in de kwestie van Venezuela en nu Nicaragua, te rechtvaardigen. President Desiré Bouterse heeft in januari in het parlement gezegd, dat hij en de regering gebonden zijn aan de bepalingen in de grondwet.
Volgens de president vertolkt de grondwet het feit dat de regering haar gezag op geen enkele wijze namens of onder invloed van welke andere staat, internationaal lichaam of internationale organisatie, uitoefent. “Er zou dan geen sprake meer zijn van een soevereine Staat Suriname. Suriname neemt echter wel bestaande internationaal vastgestelde regels in acht en houdt daar terdege rekening mee bij het innemen van standpunten”, aldus het staatshoofd. De president onderbouwde dit met artikel 7 lid 1 en 3 van de grondwet aan: De Republiek Suriname erkent en respecteert het recht van de volkeren op zelfbeschikking en nationale onafhankelijkheid op basis van gelijkwaardigheid, soevereiniteit en wederzijdse belangen en: De Republiek Suriname wijst iedere gewapende agressie, elke vorm van politieke en economische druk, alsook iedere directe of indirecte inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van andere Staten af.
In tegenstelling tot de president, zegt Del Castilho dat onze grondwet al in de preambule de opdracht geeft om te helpen aan de instandhouding van de democratie, rechtsstaat en mensenrechten. Zij haalt hiervoor aan artikel 7 lid 2 van de grondwet: De Republiek Suriname bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde en is voorstander van de vreedzame beslechting van internationale geschillen. Dat de president het zelfbeschikkingsrecht aanhaalt als onderbouwing, slaat volgens haar nergens op. Del Castilho benadrukt dat Suriname niet voor niemendal toetreedt tot internationale verdragen. Zij geeft aan absoluut geen voorstander te zijn van militaire interventies. “Dit staat ook opgenomen in onze grondwet, namelijk artikel 7”, aldus Del Castilho. Zij betreurt het dat ons land niet de moeite heeft genomen om met een voorstel te komen in de kwestie van Venezuela door de zelfverklaarde president Juan Guaidó en Nicolás Maduro bij elkaar te brengen om tot een oplossing te komen of door kritische standpunten in te nemen die ertoe leiden dat hun ‘vrienden’ hun beleid ombuigen. In tegendeel merkt zij op dat de regering zich achter Maduro heeft geschaard en “Hail Maduro!” roept. Ook wat de kwestie Nicaragua betreft, zegt zij dat de regering niet naar het Nicaraguaanse volk kijkt, maar naar president Daniel Ortega. “De regering is partijdig bezig”, stelt zij.
Del Castilho vraagt zich af voor wier belang de regering opkomt. Duidelijk is volgens haar dat de regering niet voor het belang van de volken van Venezuela en Nicaragua opkomt. Ze vertelt dat internationale rapporten en onderzoeken niet voor niets verbanden leggen tussen de presidenten van Suriname, Venezuela en Nicaragua. Zij waarschuwt dat de manier waarop de regering Suriname vertegenwoordigt en haar standpunt in de wereld over repressieve landen uitbrengt, internationaal consequenties zal hebben. “In de diplomatie wordt er niet licht gekeken hiernaar”, zegt Del Castilho. Zij benadrukt dat de regering juist de banden met andere grotere democratische landen moet versterken in plaats van repressieve landen te ondersteunen. Zij benadrukt dat niet de regering hieronder lijdt, maar het volk.
-door Johannes Damodar Patak-