Het wemelt de afgelopen dagen van de geruchten dat op de Surinaamse Post Spaar Bank, SPSB, zich op grote schaal malversaties zouden hebben voorgedaan en dat daarbij enorme bedragen aan staatsgelden zouden zijn opgenomen door personen die niet over voldoende of ontbrekende dekking beschikken en daarenboven het zogenaamd geleende geld, niet volgens afspraak met de bank terugbetalen. Het geld zou bovendien afkomstig zijn van een rekening van de Centrale Bank van Suriname, CBvS. Zowel in De Nationale Assemblee als daarbuiten, zijn omtrent de vermeende malversaties op de voormelde bank, onthullingen gedaan. Op sociale media zijn er beschuldigingen geuit aan het adres van leden van het hoogste college van staat en in een ander geval zou het zelfs zo zijn, dat NDP’ers gelden via de SPSB hebben betrokken en deze middelen niet terugbetalen. Verschillende politieke partijen of die nu wel in De Nationale Assemblee vertegenwoordigd zijn of daarbuiten, hebben inmiddels geëist dat er een grondig accountantsonderzoek plaatsvindt om te achterhalen, wat er precies gaande is. Onze redactie werd zelfs gemeld, dat een persoon zeker 800.000 SRD aan staatsmiddelen via deze bank heeft kunnen bemachtigen en ook in gebreke is gebleven, zijn schuld af te lossen. Wat er allemaal van deze aantijgingen waar is, zal een uitgebreid onderzoek moeten uitwijzen. Inmiddels zijn er vanuit de directie van de bank, bedreigingen geuit aan het adres van de zogeheten klokkenluiders in de gelederen van de SPSB. Volkomen ongepast van de leiding van deze bank om met bedreigingen voor de dag te komen. Ze zou juist blij moeten zijn wanneer zaken die naar zware corruptie rieken naar buiten worden gebracht om vervolgens harde maatregelen te treffen. Maar natuurlijk is het zo, dat een dergelijke ontwikkeling die gekoppeld kan worden aan malversaties, zeker niet onopgemerkt binnen de bank kan plaatsvinden zonder dat de directie c.q. leiding, daarvan op de hoogte is. Na deze onthullingen in De Nationale Assemblee en de leiding van de vakbond binnen de SPSB, zou de grootste aandeelhouder, in dezen de staat, de directeur en zijn naaste directe verantwoordelijken binnen de bankinstelling op non-actief moeten stellen om een gedegen accountantsonderzoek een goede kans van slagen te geven. Dat is voor zover wij hebben kunnen achterhalen, nog niet gebeurd. De minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, heeft inmiddels volgens een bericht, een onderzoek door de CLAD en het kantoor Lutchman Accountants gelast. Dit onderzoek zou pas de gewenste vruchten kunnen afwerpen, als tenminste alle relevante bescheiden aan de CLAD en het kantoor Lutchman ter beschikking worden gesteld. En juist daar hebben velen ernstige twijfels over, vooral omdat het naar verluidt om zogenaamde leningen van aan NDP gelieerde personen en misschien ook wel parlementariërs gaat. En als er malversaties worden geconstateerd die op verduistering van overheidsmiddelen duiden, dan zou het Openbaar Ministerie, eraan te pas moeten komen. En dat is nou precies waar de zaak na het ingezette onderzoek naar onze mening spaak zal lopen. Er was toch ook een onderzoek door de CLAD ingezet om de geconstateerde onregelmatigheden bij het veelbesproken Carifesta feest en de Naschoolse Opvang te onderzoeken. De CLAD werd doelbewust de meest noodzakelijke bescheiden om tot een goede navorsing te geraken, onthouden en kon dan ook geen steekhoudend bewijs van corruptie en of fraude aan de procureur-generaal bij het Hof van Justitie ter beschikking stellen. De hoge vervolgingsambtenaar werd hierdoor alle mogelijkheden om tot een eventuele strafvervolging van verdachten over te gaan, uit handen geslagen. En zo is de mogelijkheid ook levensgroot dat het onderzoek, dat nu zogenaamd op last van Hoefdraad bij de SPSB moet worden ingezet door de CLAD en het bureau Lutchman, op niets zal uitlopen, omdat men voldoende tijd binnen de bank heeft gehad om bepaalde zaken te verdonkeremanen. In het jaar voor de verkiezingen van mei 2020, heeft de grootste regeringspartij zeker geen behoefte aan het zoveelste financiële schandaal. Het zijn er namelijk al zoveel geweest in de regeerperioden van de regeringen Bouterse I en II. We blijven dan ook zeer sceptisch over de resultaten van het zogeheten ingezette accountantsonderzoek.