“Op dit moment hebben we nog steeds de status van High forest cover, low deforestation country”, zegt Rudi van Kanten, directeur van Tropenbos Suriname. Volgens hem is er geen reden tot paniek, omdat de ontbossingsgraad in Suriname nog steeds laag is.
“We liggen als land nog steeds beneden 0,22 procent aan ontbossing. De reden waarom we binnen de top 10 landen vallen, is omdat het ontbossingspercentage in Suriname is gestegen”, zegt de directeur. De ontbossing is in vergelijking met 2017 gestegen met 12 procent. Dit blijkt uit cijfers afkomstig van de University of Maryland, die afgelopen donderdag gepubliceerd zijn op de Global Forest Watch. Suriname categoriseert zich als High forest cover, low deforestation country. Een land in ontwikkeling met meer dan 50 procent bosbedekking en een ontbossingspercentage van minder dan 0,22 procent per jaar.
Volgens van Kanten zal Suriname niet meer binnen de top 10 landen vallen volgend jaar. Hij geeft aan dat door het lage ontbossingspercentage dat Suriname kent, elke stijging merkbaar zal zijn tijdens een internationale peiling.
“Als er een hoog percentage was aan ontbossing, hadden internationale organisaties al aan de bel getrokken”, zegt Van Kanten. Hoewel hij van mening is dat Suriname niet in de gevarenzone zit qua ontbossing, maakt hij zich wel zorgen om de bosdegradatie. De directeur geeft aan dat bosdegradatie geen ontbossing is. Bosdegradatie is wanneer je aan houtkap doet, maar op een onverantwoordelijke manier omgaat met het bos. Volgens Van kanten worden er sleepwegen gemaakt voor het transporteren van hout, die niet door Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB) zijn aangegeven. Dit maakt dat de samenstelling van ons bos verandert.
Volgens Van Kanten is er een Wet Bosbeheer, waarin de houdende voorziening met betrekking tot het bosbeheer, de bosexploitatie en de primaire houtsector zijn opgenomen. Hij geeft aan dat alleen de controles vanuit het SBB verhoogd moeten worden, zodat deze wet een effectievere werking kan hebben.