VHP-parlementariër Mahinder Jogi meent bewijzen te hebben dat minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulp-bronnen en minister Patrick Pengel van Openbare Wer-ken, Transport en Communicatie, in strijd handelen met de grondwet. Volgens de informatie van Jogi, zijn Pengel en Dodson bestuurders van stichtingen en ook nog directeuren van een naamloze vennootschap. Dit is in strijd met artikel 125 van de grondwet, waarin staat dat ministers geen nevenfuncties mogen hebben. Op 12 april jongstleden, heeft Jogi een brief gericht aan president Desiré Bou-terse, waarin hij aangeeft dat de ministers ontslagen dienen te worden. Uit een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF), blijkt duidelijk dat Pengel en Dodson de vertegenwoordigers zijn van de directie voerende rechtspersoon van stichting Tranga Makandra Baka, die de directie voert over N.V. Jorsana Mining.
In de brief geeft Jogi ook aan dat minister Pengel medebestuurder is van de stichting Im-perial Amazon.
De stichting voert de directie bij de naamloze vennootschap Savjora Wood Company en is dus in dienst van de NV. Zowel Dodson als Pengel heeft in de media verklaard, dat er geen enkel strafbaar feit is begaan. Zij schenen ook op de hoogte te zijn van de brief van Jogi aan de president.
In gesprek met De West zegt Jogi dat het opmerkelijk is dat de ministers na zijn brief op 12 april 2019, besluiten dat de stichting vanaf 17 april 2019 als een lege naamloze vennootschap verder gaat. Dit geeft volgens Jogi aan dat de ministers weten dat zij in strijd met de wet hebben gehandeld. “Het is een bevestiging dat ze in strijd hebben gehandeld met de grondwet.
Het impliceert dat je toegeeft dat je iets heb gedaan wat niet zou mogen”, zegt Jogi. Hij vindt dat de president moet ingrijpen en dat de ministers geen verhalen hoeven te vertellen. In zijn brief liet Jogi ook weten dat er een strafklacht zal worden ingediend tegen de ministers.
door Priscilla Kia