Uit het Surinaams Bosbouwsector 2017 rapport, het rapport dat jaarlijks geproduceerd wordt door de Stichting voor Bosbeheer (SBB), blijkt dat de ontbossing in Surina-me voor de periode 2016-2017 hetzelfde is gebleven ten opzichte van de periode 2015-2106, rekening houdend met de betrouwbaarheidsinterval. Mijnbouwactiviteiten (69%) zijn nog steeds de grootste veroorzaker van ontbossing in Suriname, gevolgd door infrastructuur (18%) en landbouw (5%). Uit het rapport blijkt dat tussen 2000 en 2015, het percentage van mijnbouw 73% was. Sinds 2019 zijn mijnbouwactiviteiten de grootste oorzaak van ontbossing in Suriname. Binnen de districten vinden de meeste mijnbouwactiviteiten in Brokopondo en Sipaliwini plaats. District Paramaribo is voor het overgrote deel dichtbe-bouwd en in Nickerie komen de meeste landbouwgebieden voor.
Op basis van de jaarlijkse ontbossing in de afgelopen drie perioden en de onveranderde ontbossingsgraad van 0,07 procent, schijnt er een stabiele trend te zijn ontstaan.
Er kan echter niet met zekerheid gezegd worden dat de stabiele trend zich zal blijven voortdoen in de komende perioden, rekening houdend met de uitvoering van toekomstige ontwikkelingsprojecten.
SBB heeft de afgelopen maanden hard ge-werkt aan het finaliseren van het Suri-naams Bosbouwsector 2017 rapport, alsook de Ontbossingskaart 2016-2017 en de Post-ontbossing Landgebruik- en landbedekkingskaart 2000-2017. Deze werden hedenochtend gepresenteerd in het Oxy-gen Resort.Jerry A-Kum, directeur van SBB, benadrukte hoe belangrijk samenwerken is geweest voor het tot stand ko-men van dit rapport. “Resultaten boek je door samen te werken.” Hij gaf aan dat zijn medewerkers veel in het veld zijn gewerkt om alles in kaart te brengen. Verschillende instanties hebben hun medewerking verleend. Directeur Leandra Woei van Ruim-telijke ordening, Grond- en Bosbeheer, sprak namens minister Roliene Samsoe-din. Ze gaf aan dat de uitgewerkte analyses en statistieken een beter inzicht geven van hoe de bosbouwsector effectief kan worden ontwikkeld en tegelijkertijd een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van Suriname.
door Kimberley Fräser