25 februari 1980 is voor NPS-topper Ruth Wijdenbosch, een ‘doemdag’. Zij zegt dat op deze dag het leven van de Surinaamse bevolking drastisch veranderd is in negatieve zin op vrijwel alle gebieden. Aanstaande maandag 25 februari, wordt de Dag van Bevrijding en Vernieuwing herdacht. Deze dag is op 25 februari 2011 ingesteld door president Desiré Bouterse. Het is een nationale vrije dag en is vastgelegd in de grondwet.
Volgens de president betekent deze dag de bevrijding van de oude politieke gijzeling die gaande was in de jaren tachtig, maar volgens Wijdenbosch moet deze dag niet gezien worden als een revolutie, maar als een ordinaire staatsgreep, gepleegd door machtswellustige militairen onder leiding van de Nederlandse kolonel Hans Valk.
“Een militaire staatsgreep is niets meer dan een ordinaire overname van de macht van het wettig gekozen democratisch gezag”, zegt Wijdenbosch.
‘’Als er gedacht wordt aan de verdwijningen van burgers en militairen, de martelingen van personen, de moorden gepleegd op 8 december 1982 van vijftien vooraanstaande burgers, de moord op inspecteur Herman Gooding, de slachting van burgers, waaronder zwangere vrouwen en kinderen te Moiwana, kortom, allen die geleden hebben onder de Binnenlandse Oorlog, dan is het duidelijk dat deze dag niet een dag is die gevierd dient te worden door Surinamers, maar gezien kan worden als een dag van verdoemenis ”, aldus Wijdenbosch.
Volgens haar zijn vele Surinamers het slachtoffer geworden van deze zogenaamde revolutie. Zij herdenkt op deze dag alle slachtoffers die gevallen zijn op en na 25 februari 1980, ook degenen die have en goed verloren hebben, hun woongebied hebben moeten verlaten en nooit hiervoor gecompenseerd zijn. “Deze dag mogen wij nooit vergeten.” Voor de NPS is deze dag geen gewone dag waarop Surinamers niet hoeven te werken. Volgens haar moet 25 februari 1980 een dag zijn waarop de samenleving massaal tegen elkaar zegt: ‘’Wapens en tankwagens richten op onze bevolking, mag nooit meer gebeuren!’’