De Vereniging van Economisten (VES) heeft met verbazing kennisgenomen van de ernstige beschuldigingen geuit door de regering in een persbericht van het Nationaal Informatie Instituut (NII) op 15 februari jongstleden. Het VES-be-stuur geeft in een persbericht de volgende reactie: In de eerste plaats willen wij aangeven dat de Regering niet de kennis noch de ervaring en de autoriteit heeft om een uitspraak te doen over de “economische grondslag” van de analyses van de VES. Niet alleen heeft zij in de loop der jaren nimmer inhoudelijk kunnen reageren op de economische analyses van de VES, ook de resultaten van het door haar gevoerde “economisch beleid” spreken voor zich. Wij hebben echter noch als individuele le-den noch als vereniging de wijsheid in pacht en blijven altijd openstaan voor eventuele inhoudelijke fouten in of commentaren op onze analyses. In de tweede plaats heeft de vereniging voor de nieuwjaarsreceptie vier ministers en vier vaste commissies van De Nationale Assemblee (DNA) uitgenodigd, doch niemand van de Regering noch van de coalitie in DNA vond het de moeite waard om aanwezig te zijn.
Daarenboven werd de toespraak van de VES-voorzitter, uitgesproken namens 160 leden allen economische deskundigen actief in alle geledingen van de economie, zowel schriftelijk als audiovisueel beschikbaar ge-steld en ook naar het NII toegestuurd. In de toespraak van de VES-voorzitter is heel concreet gezegd…”De grootste uitdaging betreft echter de overheidsfinanciën, dat is de tijdbom onder de broze monetaire stabiliteit. We hebben recentelijk De Nationale Assemblee dan ook gevraagd om het begrotingstekort fors terug te brengen van 40 procent naar 3 procent, aangezien we met dit onverantwoorde beleid direct ná de verkiezing weer in een diepe economische crisis zullen be-landen.” Hij heeft ook opgeroepen om van de recente geschiedenis (2014-2016) te leren. In 2014 werd de neergang, telkenmale wanneer de VES een waarschuwend ge-luid liet horen, glashard door de regering ontkend om nadat ze de ruime deviezenreserves hadden opgemaakt, de tekorten heimelijk toch monetair te financieren. Pas na de verkiezingen van mei 2015 werd de monetaire financiering erkend en werden we vervolgens in een diepere crisis gestort. Het is nog niet duidelijk wanneer wij als samenleving volledig zullen zijn hersteld van de diepe littekens die deze crisis heeft achtergelaten. Het is om deze reden dat de voorzitter heeft opgeroepen om het verleden niet te herhalen. Zoals vaker gedaan, heeft de voorzitter ook bij deze Nieuwjaarsreceptie, onder het motto ‘liever ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’ wederom de hand uitgestoken en namens de VES aangeboden om een bijdrage te leveren aan de verbetering van de economische malaise. De slotzin van de toespraak was dan ook: “Met goed bestuur en hard en smart werken met inzet van ons allen kunnen we redelijk snel weer een acceptabel welvaartsniveau verdienen.”
In plaats van dit aan te grijpen, komt de Regering zonder enige uitleg met drastische interventies in het monetair bestel en wanneer deze niet in goede aarde vallen bij brede lagen van de samenleving gaat men zelfs over tot beschuldigingen aan het adres van de VES. Het getuigt niet van behoorlijk bestuur om burgers die, vanwege hun ruime kennis en ervaring, hun bezorgdheid openlijk durven te uiten, vals te beschuldigen.
Wij vatten deze beschuldiging als vereniging heel ernstig op aangezien wij geen weet dragen van, noch betrokken zijn bij een “bepaald plan om de Regering schade te berokkenen”. Wij eisen van de Regering dan ook om dat ‘plan’ te onthullen evenals onze betrokkenheid daarbij te bewijzen. Het nalaten hiervan zal de onuitwisbare indruk achterlaten, indien geen der ministers zich hiervan distantieert, dat deze keer niet een minister maar de gehele Regering heeft gelogen. Wij vragen derhalve dringend om correctie van de geuite beschuldigingen. Tot slot willen wij nogmaals oproepen tot rust op het financieel-economische front; dit hebben zowel het lokale bedrijfsleven als de nodeloos verarmde bevolking erg hard nodig. Hoewel de Regering onze ongerustheid absoluut niet heeft weggenomen gaan wij ervan uit dat zij, als verantwoordelijke bestuurders, zich in dezen wel aan haar woord houdt en ook het voortouw neemt in het terugbrengen van het vertrouwen.