Suriname zal in 2030 niet in staat zijn om armoede uit te bannen

Op het Zuid-Amerikaans continent zijn er slechts drie landen die volgens deskundigen van het World Data Lab, niet in staat zullen zijn om tegen het jaar 2030 armoede uit te bannen: Suriname, Venezuela en Bolivia.
De bevolking in deze landen ging de afgelopen jaren juist sterk achteruit, terwijl die eens behoorde tot de gegoede burgers in Zuid-Amerika. Opvallend is dat de verloedering onder het huidige linkse leiderschap van de drie landen heeft plaatsgevonden.
Over het algemeen neemt armoede af in de wereld. De meeste landen die in de afgelopen jaren te kampen hadden met extreme armoede, maakten grote sprongen vooruit. Deskundigen van World Data Lab (WDT) hebben berekend dat ingaande 2019, ongeveer 8 procent van de wereldgemeenschap in extreme armoede zal verkeren; het laagste niveau ooit geregistreerd. Suriname, Venezuela en Bolivia, zullen het gestelde doel van de Verenigde Naties echter niet halen.
Volgens de berekeningen leeft 19,8 procent van de Surinaamse bevolking, 110.000 mensen, in armoede. Opvallend is dat het procentueel verschil met Venezuela niet erg groot is. Daar woont 19,5 procent van de bevolking in armoede, maar deze groep beslaat zeker 6 miljoen Venezola-nen. Voor Suriname en Bolivia geldt dat het VN-doel om tegen 2030 armoede uit te bannen niet gehaald wordt, terwijl in Venezuela de verloedering verder zal toenemen. In het Caribisch gebied en Cen-traal-Amerika, zijn het Guatemala, Hondu-ras, Belize en Haïti die de deadline van 2030 zullen missen volgens WDT.
Het gaat wel goed in buurland Guyana, dat in staat is geweest de armoede terug te brengen naar 5,3 procent. Dit land is ruim op schema om tegen 2030 af te reken met armoede. Met de vondst van grote olievoorraden in het zeegebied, stellen sommige deskundigen dat Guyana rond 2030 zelfs een van het hoogste inkomen per hoofd van de bevolking in de wereld zal hebben.

More
articles