De bussen van het Nationaal Vervoerbedrijf (NVB) staan vanaf vandaag in de garage en de boten blijven voor anker liggen. De bus- en boothouders hebben hun bezoldiging over de maand oktober nog steeds niet ontvangen. Iwan Woon, ondervoorzitter van de Organisatie van Bus- en Boothouders in Suriname (OBS), zegt in gesprek met De West, dat de leden geen geld meer hebben om de overheid te blijven subsidiëren. Woon denkt dat de staat steeds achterloopt met het uitbetalen van de bus- en boothouders, omdat ze geen geld heeft om de zaak te blijven subsidiëren.
De bus- en boothouders zullen hun actie pas opheffen als zij hun gelden over de maand oktober ontvangen. Woon wijst erop dat de bus- en boothouders contractueel een maand na de geleverde diensten, moeten ontvangen. De OBS-ondervoorzitter geeft aan dat de bond al ruim twee weken in contact is met de leiding van het NVB en het ministerie van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT&C).
“Maar we krijgen geen zinnig antwoord. We krijgen steeds te horen dat de stukken al verstuurd zijn naar het ministerie van Financiën, echter kunnen de betalingen niet van de grond komen.”
De bus- en boothouders kunnen het zich volgens Woon niet permitteren om zelf op te draaien voor de kosten voor brandstof. “Daarnaast komen er ook onderhoudskosten bij en moeten de chauffeurs uitbetaald worden”, aldus de ondervoorzitter van OBS.
Woon ziet graag dat de bus- en boothouders zo snel mogelijk over hun gelden kunnen beschikken. Hij zegt het een kwalijke zaak te vinden dat de bond steeds achter het ministerie van Financiën moet aanzitten voor de uitbetaling van de bus- en boothouders, terwijl dat de taak is van de leiding van het NVB. “Als je geen druk zet, gebeurt er niets. We hebben het ministerie van Financiën genoeg tijd gegeven om zaken in orde te maken. We hebben geen geld meer, dus zijn we genoodzaakt druk uit te oefenen”, aldus Woon.
-door Richelle Mac-Nack-