Bevolkingsvisserij Commewijne in gevaar

De bevolkingsvisserij in het district Commewijne dreigt in gevaar te komen. De vissers zijn geconfronteerd met twee grote fabriekstrawlers die aangemeerd zijn bij de steiger van de Molen N.V. Naar de redactie vernomen heeft, gaat het in totaal om zes trawlers, waarvan vier nog moeten arriveren. Trawlers zijn grote vissersschepen die wekenlang op zee kunnen blijven. Met een trawler kan er op grote diepte (bijvoorbeeld kabeljauw, makreel en haring) vis gevangen worden. De netten hebben de vorm van een puntzak en worden over de bodem gesleept. Nadeel is dat hierdoor niet alleen diverse vissoorten, ook soorten die niet gebruikt worden, maar ook andere zeedieren, worden gevangen. De vangst kan aan boord worden ingevroren. De vriesmachines en de opslag van de vangst nemen veel ruimte in beslag. De vis wordt gelijk verwerkt, verpakt in dozen van 10 kg en in de diepvries geplaatst. Het moederschip haalt op zee alle dozen met bevroren vis op. Ingrid Karta-Bink, parlementariër van Commewijne, maakt zich ernstige zorgen over de komst van de trawlers. Zij zegt dat erover zes maanden geen vis meer zal zijn voor onze bevolking als de trawlers in de Surinaamse wateren gaan vissen. “De bevolkingsvisserij zal over de kop gaan. Geen warme vis meer, geen zoute vis meer. Alles wordt vernietigd, weg! Alle bedrijven zullen sluiten. Duizenden mensen zullen zonder inkomen komen te staan”, stelt de bezorgde parlementariër. Zij merkt op dat alle investeringen in de visserijsector slechts voor een elitegroep is die na sluitingsuur van het ministerie van Land-bouw, Veeteelt en Visserij (LVV), hun zaken regelt. “Opnieuw is het volk, het land Suri-name de grootste ‘verliezer’”, zegt Kar-ta-Bink. Ongeveer vierhonderd vissers, ex-portbedrijven en het staatsbedrijf Chevihas, zullen volgens haar zonder inkomsten ko-men te zitten.
Zij laat weten dat de visserijsector ons land ongeveer 30-32 miljoen US-dollars per jaar oplevert en daardoor een belangrijke valutabron is voor ons land.
Soewarto Moestadja, coördinator van de regering, heeft afgelopen vrijdag 23 november in het parlement op vragen over de trawlers, meegedeeld dat de minister van LVV, Lekhram Soerdjan, geen vergunningen heeft verstrekt, maar Karta-Bink haalt aan dat de minister heeft vergeten te zeggen, dat hij al zes toezeggingsbrieven de deur uit heeft gestuurd.
Een toezeggingsbrief wil zeggen dat de aanvrager zijn vissersboot kan kopen of maken met het bijbehorende equipment. De volksvertegenwoordiger zegt dat gezien er twee trawlers aangemeerd zijn bij de steiger van de Molen, het duidelijk is dat er inderdaad toezeggingsbrieven zijn uitgegeven. Karta-Bink: ‘’Minister wat doen deze trawlers hier? Minister no ley, al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel. Minister no broko a visserijsector fu sranan!” Zij benadrukte dat de bevolkingsvisserij van haar district het hardst getroffen zal worden als deze trawlers een vergunning krijgen. “No kiri mi volk fu Cawna”,pleitte de parlementariër.

door Johannes Damodar Patak

More
articles