‘Revo-ministers moeten pensioen krijgen’

Ministers en onderministers uit de periode van de revolutie en de telefooncoup, krijgen geen pensioen. In de Wet financiële voorzieningen ministers en onderministers die in 1994 aangepast is, is opgenomen dat alleen ministers die na het houden van algemene, vrije en geheime verkiezingen benoemd zijn, in aanmerking komen voor een pensioen. Ministers en onderministers die in de periode maart 1980-januari 1988 en januari 1991 –september 1991 gediend hebben, komen dus niet in aanmerking voor een pensioen.Volgens de bestuurskundige August Boldewijn is het onjuist dat deze ministers uitgesloten worden voor een pensioen, omdat niet allemaal eens waren met de revolutie maar ter wille van het land hun krachten hebben gegeven. Voorts zegt Boldewijn dat niet alle ministers uit die periodes van de NDP waren.
Vier ministers uit deze periode waaronder Winston Caldeira ex-minister van Financiën, Imro Fong Poen, ex minister van Transport, Handel en Industrie, Laurens Neede, ex-mi-nister Leger en Politie (Justitie en Politie) en Ellen-Smit-Naarendorp, ex-minister van Volksgezondheid, hebben afgelopen donderdag een onderhoud gehad met minister Mike Noersalim van Binnenlandse Zaken en deze zaak wederom bespreekbaar gemaakt. Vol-gens Caldeira heeft het toenmalige parlement gedwaald en moet de wet door het huidige parlement gecorrigeerd worden.
Volgens Boldewijn is de pensioenregeling in deze kwestie niet terecht, omdat slechts een onderdeel van de regeling voor ministers, hen ontzegd wordt. Hij is van mening dat maatregelen consequent doorgevoerd moeten worden. “Al die tijd hebben de ministers wel een salaris en alle andere voorzieningen ontvangen. Het pensioen is gebaseerd op de schadeloosstelling en als men alleen dat onthouden wordt, is er in principe niets gedaan”, stelt Boldewijn. Persoonlijk is hij van mening, dat partijen bij de wijziging van de wet in 1994 al hadden moeten protesteren en niet na dertig jaren. Desalniettemin deelt hij de mening, dat het uitsluiten van deze ministers van pensioen, de indruk wekt alsof ze allemaal eens waren met de staatsgreep. Oud parlementariër en diplomaat Arnold Kruisland onder wiens initiatief de wet in 1994 gewijzigd werd, zegt dat er geen sprake is van een dwaling en is geen voorstander van herziening van de wet. Dit zou volgens hem een politieke be-voordeling zijn, omdat de ex-ministers van de NDP zijn. “We leven in een rechtstaat waarbij het volk kiest wie het aan de macht wil. Zij zijn niet op grond van algemene, vrije en geheime verkiezingen gekozen en komen daarom niet in aanmerking voor pensioen”, stelt Kruisland. Volgens hem moeten de belastinggelden niet worden besteed aan mensen die niet democratisch gekozen zijn. “Als de ex-minister het hiermede niet eens zijn moeten ze naar de groene tafel”, aldus Kruisland. Vorig jaar is de wijziging van de wet reeds besproken in DNA.

 

door Priscilla Kia

More
articles