De bezorgdheid over de toenemende interventie van het Kabinet van de President in de aangelegenheden van de politie wordt met de dag groter.
Dit leidt ertoe dat diverse onderzoeken van de politie gedwarsboomd worden. Abop- parlementariër en ex-minister van Justitie en Politie, Edward Belfort, bevestigt dit en haalt aan dat de ge-specialiseerde diensten van de politie hierdoor machteloos zijn en tal van manschappen gedemotiveerd raken.
Behalve dat bepaalde afdelingen niet vrij zijn hun werk uit te voeren, zegt Belfort dat ook de minister beperkt wordt in zijn werkzaamheden.
“In mijn periode als minister heb ik gemerkt hoe er gewerkt wordt, wat maakte dat ik op gegeven moment de functie niet meer wilde bekleden. Aan de minister werden constant instructies gegeven en alle stukken moesten naar de president gestuurd worden als het aankwam op rechtshulpverzoeken.” Dat er afgelopen dinsdag door de korpschef tijdens een persconferentie is aangehaald dat zowel Nederland als Amerika niet meewerkt als het aankomt op rechtshulpverzoeken, verbaast de ex-minister niet.
Hij haalt aan dat deze landen misschien eindelijk door hebben hoe er hier te werk wordt gegaan. Het wegvallen van bepaalde afdelingen, heeft er volgens hem ook voor gezorgd dat het vertrouwen in het Surinaamse politiekorps sterk verminderd is. Ook de gemeenschap heeft kritiek op het korps.
“Niet alleen het buitenland, maar ook de gemeenschap heeft het vertrouwen verloren in het apparaat dat voor veiligheid en rust moet zorgen’’, zegt hij. Minister Stuart Getrouw van Justitie wordt een slecht beleid verweten, maar volgens Belfort is dit niet terecht.
Hij zegt dat de minister opgewassen is tegen zijn taak, maar de middelen om het werk naar behoren te doen, ontbreken. Hierdoor kan het politieapparaat niet goed kan functioneren. Dit maakt volgens Belfort dat de gemeenschap vooral haar kritiek op hem richt. ‘’Maar als je niet dicht bij het vuur zit, weet je niet wat er in de kleine kamers gebeurt”, haalde hij aan.
Belfort vraagt zich af waarom de nodige investeringen niet gepleegd worden voor het politiekorps, terwijl er steeds weer buitenlandse reizen voor ministers worden betaald.
Hij benadrukt dat basale zaken voor het korps ontbreken en trainingen uitblijven. “Als men zo te werk gaat, dan kan liever alles vanuit het Kabinet van de President gedaan worden, omdat geen enkele minister bepaalt wat er gebeurt. De president vertelt de gemeenschap andere dingen dan de waarheid, in de kleine kamers zie je de werkelijke Bouterse”, aldus Belfort.
door Richelle Mac-Nack