Dalende arbeidsplaatsen 2016 geeft dip in economie aan

De arbeidsplaatsen in het land vertonen vanaf het jaar 2014 een dalende trend. In de periode van 2012 tot 2017 was het aantal arbeidsplaatsen in 2016 het laagst. Het aantal arbeidsplaatsen in 2016 was 190.200. In 2015 was het aantal 199.300. In 2014 was het aantal arbeidsplaatsen het hoogst, namelijk 200.100. Dit kwam hedenochtend naar voren bij de presentatie van de publicatie Statistical Papers no. 18: ‘Arbeidsstatistieken van het Statistiekbureau (ABS) in Suriname: Een beschrijving van hun totstandkoming en een vergelijking 2012-2017’.
Jo-Ann Keenswijk-Fung A Loi, die de presentatie verzorgde en tevens een van de auteurs is van deze publicatie, haalde aan dat het aantal arbeidsplaatsen een beeld geeft van de totale werkgelegenheid in de verschillende sectoren in het land. Een arbeidsplaats is een baan of een vacature waar werk kan worden verricht door één persoon. Keenswijk-Fung A Loi wees erop dat bij het bestuderen van de economie, het belangrijk is om het aantal arbeidsplaatsen in acht te nemen vanwege de relatie met de economische groei. “Volgens Okun’s Law zal een toename van de economie leiden tot een afname van werkloosheid, met andere woorden: een groei van de economie zal leiden tot een groei van het aantal arbeidsplaatsen”, aldus Keenswijk-Fung A Loi. Met dit op de achtergrond haalde ze aan dat het aantal arbeidsplaatsen in 2016, de dip in de economie aangeeft. Het aantal arbeidsplaatsen van 2017 vertoont een groeiende trend en staat op 196.800.
De Statistical Papers worden sinds november 2001 uitgegeven. Het doel van deze publicatie is om informatie over de samenstelling, berekeningsmethoden, benaderingswijzen van een aantal statistieken die samen een groot deel van de arbeidsstatistieken bestrijken, namelijk werkgelegenheidsstatistieken, te presenteren.
Keenswijk-Fung A Loi wees erop dat de gepresenteerde opvattingen in deze publicatie net als alle andere bijdragen van andere ABS’ers met uitzondering van de bijdragen van de directeur van ABS, niet noodzakelijkerwijs gedeeld worden door het ABS.
Aan de totstandkoming van de Statistical Papers zijn drie statistische afdelingen van het ABS betrokken. Het zijn de afdelingen die zich bezighouden met de berekening van arbeidsstatistieken, namelijk; Bedrij-venstatistieken; Nationale Rekeningen en Huishoudonderzoeken. Keenswijk-Fung A Loi haalt aan dat elk van deze afdelingen een andere berekeningswijze hanteert om te komen tot hun statistieken. De schrijvers van deze publicatie zijn; Jo-Ann Keenswijk-Fung A Loi (Huishoudonderzoeken), Safora Presierie-Nijon (Nationale Rekeningen) en Dominique Paidin-Kasandiredjo (bedrijfsstatistieken).
De afdeling Nationale Rekeningen schat arbeidsplaatsen voor alle bedrijfstakken, gebruikmakend van data van verschillende bronnen. Middels het huishoudonderzoek wordt het aanbod gemeten aan arbeiders vanuit de huishoudens die werken (of beschikbaar zijn om te werken) op de arbeidsmarkt. De afdeling Bedrijvenstatis-tieken geeft een dataverzameling aan van bedrijven en instellingen, ook geven zij publicaties van data over lonen, omzetten, werkgelegenheid en andere economische grootheden.
Verder geeft de Statistical Papers van 2018 ook aan dat het gemiddeld aantal voltijdse werknemers bij grote bedrijven in 2016 minder was dan in 2015. Ook was het werkloosheidspercentage in 2016 het hoogst. Dit percentage is berekend aan de hand van respondenten in Wanica en Paramaribo. Het werkloosheidspercentage was in 2016 10 procent en in 2015 7 procent. Ook geeft het onderzoek aan dat de totale werkzame bevolking in het gezinshuishouden in de districten Paramaribo en Wanica in 2016 lager was dan de drie voorgaande jaren. De totale werkzame bevolking in het gezinshuishouden in de districten Paramaribo en Wanica is 133.663. In 2015 bedroeg dit aantal 136.447.
Ten slotte wees Keenswijk-Fung A Loi erop dat uit de bedrijfsstatistieken blijkt dat de meeste werknemers werken in de fabricage-, groot/kleinhandel en de overheid. Echter blijkt uit de data van het huishoudonderzoek dat de meeste werkzame personen werken in de constructie, groot/kleinhandel en bij de overheid. Uit data van de Nationale Rekening is te zien dat de meeste arbeidsplaatsen voorkomen in de mijnbouw en industrie, groot/kleinhandel en bij de overheid. Keenswijk-Fung A Loi geeft aan dat aan de hand van deze statistieken en bevindingen, een externe objectieve persoon is nagegaan of de data van de drie verschillende afdelingen gerekend kunnen worden tot goede, adequate statistieken. Na enkele vergelijkingen bleek dat dit het geval is.

 

door Richelle Mac-Nack

More
articles