“Als rijstboeren met de opkopers van padie geen overeenstemming kunnen bereiken over de opkoopprijs, dan moet de regering in staat zijn de partijen bij elkaar te brengen en te bemiddelen”, is de reactie van VHP-parlementariër Jitendra Kalloe, naar aanleiding van de mededeling van de rijstboeren dat zij overwegen om in staking te gaan. Als de boeren de komende week geen overeenstemming bereiken met de opkopers, zullen zij de levering van rijst aan Paramaribo stopzetten. Volgens Kalloe is het de taak van de overheid om te zorgen dat de winsten van partijen binnen de rijstsector rechtvaardig zijn.
Kalloe vindt het triest dat de overheid niet in staat is geweest de partijen bij elkaar te brengen, ondanks dat de rijstboeren hun probleem bekend hebben gemaakt en petities hebben aangeboden aan het parlement. Rijstboeren ontvangen SRD 75 – SRD 85 per baal padie, terwijl de kostprijs volgens hen SRD 115 zou moeten zijn. Boeren lijden bijna SRD 35 verlies en zijn bijna niet in staat nieuwe investeringen te plegen en hun gezinnen te onderhouden. Ondanks de verliezen, blijven rijstboeren produceren. Alleen om deze reden zou de regering de boeren erkentelijk moeten zijn en voor hen moeten bemiddelen.
Voorts zegt Kalloe dat het land niet van de opkopers en exporteurs is. Burgers en zeker producenten, moeten rechtvaardig behandeld worden. Daarnaast moeten de belangen ook zo goed mogelijk beschermd worden, terwijl de winsten zo gelijk mogelijk verdeeld moeten worden. Kalloe legt uit dat de kostencalculatie neerkomt op US-dollar 16,- ongeveer SRD 120 wat de boeren zouden moeten verdienen per baal padie. Echter nemen de boeren genoegen met SRD 115. Volgens Kalloe is het noodzakelijk dat de overheid snel ingrijpt in deze situatie om te voorkomen dat boeren het komend seizoen kunnen planten, maar ook niet failliet raken. “Als de minister van LVV dat niet kan, moet de president ingrijpen. De boeren kunnen niet aan hun lot overgelaten worden”, stelt Kalloe. Hij geeft aan dat slechts een derde deel van de rijst die geproduceerd wordt, geconsumeerd wordt door de Surinamers. Het andere deel is bestemd voor de export. Daarnaast zijn verschillende sectoren zoals de varkensteelt en de pluimveesector, indirect of direct afhankelijk van de rijstproductie. ‘’Als boeren in staking gaan, hebben we een groot probleem in Suriname’’,zegt Kalloe.
Voor nu worden de boeren slechts afhankelijk gemaakt van de opkopers, omdat zij ook als voorschieters optreden als de boeren niet verder kunnen. Dit maakt dat de boeren geen andere uitweg hebben dan verplicht te dealen met de opkopers. Door hun afhankelijke positie moeten de boeren de padie blijven leveren en dat tegen de prijs die de opkoper wil betalen. Volgens Kalloe moet er naar een mogelijkheid gezocht worden zodat de boeren alleen via de banken hun financiering kunnen doen.
-door Priscilla Kia-