Veel werk aan de winkel bij slachtofferhulp

Op zowel overheids- als particuliere poliklinieken, vertellen patiënten over de situatie waarin zij verkeren en de problemen die ze hebben. De problemen lopen van huiselijk geweld tot een poging tot zelfmoord. Sommige mensen hebben professionele hulp nodig, maar niet in alle gevallen worden de bevoegde organisaties ingeroepen.
Dew Sharman, VHP-parlementariër tevens arts, zegt dat er inderdaad een betere samenwerking moet komen tussen de desbetreffende actoren, maar benadrukt dat vooral de wil van de patiënt belangrijk is.
Hij geeft aan dat hij patiënten heeft gehad die bijvoorbeeld aan alcohol verslaafd zijn die hij heeft doorverwezen naar het Bureau voor Alcohol- en Drugsverslaafden. Sharman zegt dat hij heeft gemerkt dat dit in sommige gevallen averechts werkt, want er zijn patiënten die niet naar het bureau gaan en vervolgens ook nooit meer op de poli verschijnen. Ook bij huiselijk geweld moeten er volgens de arts duidelijke richtlijnen komen in welke gevallen de politie wel of niet moet worden ingeschakeld. Hij geeft aan dat slachtoffers van huiselijk geweld in de meeste gevallen niet zelf naar buiten treden, vooral niet als het om een vrouw gaat die afhankelijk is van de man als kostwinner.
“De arts kan met zijn deskundigheid uren praten met een slachtoffer, maar als het slachtoffer pertinent weigert, kan de arts de patiënt niet dwingen”, aldus Sharman.
Hij vertelt dat de rol van de naasten ook heel belangrijk is, vooral bij slachtoffers die weinig inzicht hebben in bepaalde zaken. Dan is het volgens de arts de taak van de familie om samen met de deskundigen het slachtoffer te helpen.
Sharman stelt verder dat het om een complexe zaak gaat en dat alle sociale en medische organisaties de koppen bij elkaar moeten steken om hierover te praten. Hij merkt op dat er in ons land niet voldoende aandacht wordt besteed aan de geestelijke gezondheid. “De geestelijke gezondheid is krom en scheef”, zegt Sharman. Hij is van mening dat het niet alleen met blijven bij het verlenen van hulp aan de doelgroep, maar dat er ook gemonitord moet worden. Hij noemt als voorbeeld hiv- verpleegkundigen die tot aan huis gaan om patiënten te monitoren. Sharman zegt dat er nog veel werk aan de winkel is.

 

door Johannes Damodar Patak

More
articles