Begeleiding jeugdigen in detentie moet gezamenlijk

Vorige week heeft de coördinator van het Jeugd Correctie Centrum (JCC), Georgine Acton, samen met procureur-generaal Roy Baidjnath Panday, minister Stuart Getrouw van Justitie en Politie en zijn staf geïnformeerd over de herstart van het JCC. Dit project is een vervolg op dat van het jeugddoorgangscentrum Opa Doelie en zal bijdragen aan het corrigeren van het gedrag van jeugdigen die door criminele activiteiten in aanraking zijn gekomen met de politie.
Emmy Hart, directeur van Rumas, juicht de herstart toe, maar zegt dat de begeleiding van jeugdigen in detentie gezamenlijk moet geschieden voor betere resultaten. Het JCC zal op het terrein op Santo Boma komen te staan.
Volgens Hart worden jongeren tijdens en na hun detentie niet adequaat begeleid. Ook Regillio Hardjopawiro, directeur van stichting Jongeren Ontwikkeling Suriname (JOSU) die zich bezighoudt met jonge delinquenten, zegt dat de begeleiding niet optimaal plaatsvindt. “Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen volwassenen en jeugdigen. De jeugdigen worden op dezelfde manier aangepakt als de volwassenen”, stelt Hardjopawiro. Met het opzetten van het centrum kunnen jeugdigen in detentie beter worden begeleid.
“Je moet alle kanten uit om te helpen. De begeleiding is niet eenvoudig. Er moet een heel programma worden opgezet waarbij de maatschappelijke werker en de psycholoog in beeld komen.
De kosten lopen hoog op en de politie kan het niet alleen”, zegt Hart. Een ander probleem is dat de jongeren zelf naar de begeleidende ambtenaren moeten stappen voor begeleiding. Hardjopawiro is van mening dat de situatie anders zou zijn als de ambtenaren naar de jongeren zouden stappen.
“Het is belangrijk dat de jongeren in detentie de juiste begeleiding krijgen, omdat zij fouten hebben gemaakt die gecorrigeerd moeten worden. Een intensieve begeleiding kan erin resulteren dat deze delinquenten hun gedrag en leven veranderen”, meent Hardjopawiro. Hij pleit voor de implementatie van een basic life skills training voor ambtenaren die betrokken zijn bij deze jongeren. Deze training die in 2015 was geïntroduceerd, heeft volgens hem vruchten afgeworpen. “Veel jongeren die uit de gevangenis waren gekomen, doen het nu goed in de samenleving dankzij deze training”, aldus Hardjopawiro.
Volgens Hart is er genoeg gepraat over jongeren in detentie en moet er nu gehandeld worden. “We moeten iets doen voor de jeugd. We moeten netwerken vormen. De politie wil verbetering, maar zonder samenwerking, lukt het niet. Het wordt tijd dat alle actoren gaan samenwerken en de criminaliteit helpen verminderen”, aldus Hart. Ook moet de samenleving zich ervan bewust worden dat zij jongeren die uit detentie komen, een kans moeten geven om verder te gaan en zich te ontwikkelen tot volwaardige burgers. Hiervoor moeten diverse voorlichtingsprogramma’s ontwikkeld worden.

 

door Priscilla Kia

More
articles