De handtekeningenactie van de mensen die een perceel hebben gekocht in de drie projecten van Kensenhuis N.V, is heel goed verlopen. De initiatiefnemer, Dinesh Rambaran-Mishre, zegt tegenover dat De West, dat veel meer mensen zijn komen opdagen dan hij gedacht had. Bij de handtekeningenactie die gisteren, zondag 22 juli, aan de Waterkant bij de Craftmarket (Amtasa) gehouden werd, is er ook een commissie samengesteld. De commissie zal vergaderen over de belangen van de groep en een petitie voorbereiden om bij de voorzitter van De Nationale Assemblee in te dienen. Rambaran-Misre zegt dat dit zo snel als mogelijk zal gebeuren.
Behalve de mensen die gisteren kwamen om hun steun te betuigen, staan er volgens Rambaran-Mishre nog veel meer mensen achter dit initiatief. Zij zullen alsnog de lijst tekenen. “De mensen hebben ons gebeld, omdat ze ver wonen en anderen in het buitenland zijn, konden zij gisteren niet aanwezig zijn. Ze hebben gezegd de lijst op een ander moment te zullen tekenen”, benadrukt de initiatiefnemer.
De commissie die gisteren is samengesteld, bestaat uit vijf mensen. Rambaran-Mishre, die als voorzitter is aangesteld, zegt dat diverse leden van mening zijn dat de wetgeving over boedelkwesties te wensen overlaat en aan verandering toe is. De kopers van de percelen in de projecten van Kensenhuis N.V., zijn nu verwikkeld in een boedeldispuut, waardoor er beslag is gelegd op de gekochte gronden. Echter blijkt dat het plantagebestuur volgens de initiatiefnemer nog altijd beheersdaden op de gronden uit oefent. Hij benadrukt dat bij het aantreden van deze regering, zij duidelijk heeft aangegeven werk te zullen maken hiervan en ervoor zou zorgen dat er wetgeving zou komen. “Echter is niets daarvan terechtgekomen, het lijkt juist erop dat de regering bepaalde mensen wil beschermen”, zegt Rambaran-Mishre, die hiermee verwijst naar de vorige voorzitter van het plantagebestuur van Osembo, de NDP-parlementariër Patrick Kensenhuis.
-door Richelle Mac-Nack-