De Wet Arbeid Kinderen en Jeugdige Personen, is tijdens de vergadering van De Nationale Assemblee (DNA) op 28 juni, met 34 stemmen aangenomen. Dat betekent niet dat de jonge knippaverkopers op bepaalde punten in Paramaribo verdwenen zijn. “Aanname van de wet betekent nog niet dat het probleem van kinderarbeid opgelost is”, zegt NPS-parlementariër Patricia Etnel.
Zij merkt op dat ook bij deze wet, de Arbeidsinspectie belast is met het naleven van de wet, maar het probleem is dat er al te veel ligt op het bord van de inspectie als het gaat om controle.
De naleving moet volgens Etnel daarom niet alleen een aangelegenheid zijn van de Arbeidsinspectie, maar ook van het ministerie van Onderwijs en Sociale Zaken. De betrokkenheid van Sociale Zaken is belangrijk, omdat dit ministerie op de hoogte is van de situatie in bepaalde gezinnen en daarom het best kan meewerken aan gezinsversterkende zaken. Ten aanzien van de kinderen die knippa verkopen, zegt Etnel dat het belangrijk is dat de regering de armoedegrens vaststelt.
De minister van Arbeid, Soewarto Moestadja, zei dat de nieuwe wetgeving motiveert en dwingt om via een andere route met meer toewijding en planmatigheid, maar bovenal integraal, het ongewenste fenomeen van kinderarbeid uit te roeien en kinderen een eerlijke kans te geven. Etnel zegt dat de wet tegen kinderarbeid nog geen bescherming betekent voor de Surinaamse kinderen, die moet volgens haar vanuit de regering bewerkstelligd worden.
De regering heeft in de assemblee een korte termijn aanpak gepresenteerd, maar er moet volgens Etnel veel meer gebeuren. “Zoals de aanpak er nu uitziet, zullen we pas in november iets merken van de uitvoering van deze wet”, zegt Etnel. Zij is van mening dat de regering een studie zou moeten maken van het Surinaamse kind in alle districten. De resultaten van dit onderzoek moeten aangeven wat de situatie is van het Surinaamse kind en welke zaken een probleem vormen voor de ontwikkeling van het kind. “Hierna zou vastgelegd moeten worden waar wij het Surinaams kind naartoe willen brengen. Vanuit de resultaten van dit onderzoek zou dan ook gewerkt moeten worden aan beleidsmaatregelen voor de ontwikkeling, groei, begeleiding en bescherming van het kind”, stelt Etnel.
-door Priscilla Kia-