Patiëntenrechten zijn in Suriname nog in ontwikkeling, vandaar dat volgens Monique Veira, jurist tevens docent op de Anton de Kom Universiteit van Suriname, patiënten zich nog niet bewust zijn van hun rechten.
Dit kwam naar voren tijdens de lezing ‘Patiëntenrechten’ met als subtitel: ‘Van de totale machteloze naar de complete zelfstandige patiënt’, die gisteren gehouden werd door Veira voor de leden van de Diabetes Vereniging Suriname (DVS).
Veira zei dat patiënten ook vaak niet ervan op de hoogte zijn dat ze toestemming kunnen geven ingeval ze een bloedtransfusie moeten krijgen, bijvoorbeeld na een ongeluk. Van de Jehova’s getuigen is bekend dat zij geen bloedtransfusies willen, zij stellen iemand aansprakelijk ingeval ze niet bij machte zijn hun wil tot uitdrukking te brengen. Veel mensen weten niet dat ze een bloedtransfusie kunnen weigeren. Bij kinderen onder de 21 jaar ligt dit anders. Indien ouders niet bereikbaar zijn of geen toestemming willen geven voor een bloedtransfusie, bijvoorbeeld na een ongeval, kan de arts toestemming vragen aan de procureur-generaal. Wordt toestemming verleend, dan worden de ouders voor dat moment uit de ouderlijke macht gezet, zodat er bloed toegediend kan worden.
Omdat de patiëntenrechtenwet in De Nationale Assemblee (DNA) nog niet is aangenomen, worden de drie belangrijke patiëntenrechten van Nederland, ook in Suriname geaccepteerd. Dit betekent dat de Surinaamse rechters de uitspraken van de hoge Raad der Nederlanden, in vergelijkende gevallen als richtlijn gebruiken. Deze rechten zijn: het recht van de patiënt op voorlichting over medisch onderzoek en de medische behandeling; de toestemming die de patiënt moet geven voor elke medische handeling en het recht op inzage in en afschrift van zijn medische dossier.
In de Nederlandse wet is er nog een vierde patiëntenrecht genoemd, dat is de aansprakelijkheid van het ziekenhuis waar de patiënt de behandeling heeft ondergaan. In de conceptwet is het ziekenhuis aansprakelijk als er iets misgaat. Op dit moment moet de individuele arts aansprakelijk worden gesteld, wat in de meeste gevallen moeilijk is, omdat er in teamverband wordt gewerkt.
België heeft een vierde patiëntenrecht in een wet vastgelegd, namelijk pijnbestrijding. Gezien Suriname het concept van Nederland heeft overgenomen is het vierde recht niet van toepassing. Veira vertelde dat er in Nederland een discussie gaande was over pijnbestrijding bij de bevalling. In Suriname wordt geen pijnbestrijding bij de bevalling gegeven, vandaar dat dit recht ook niet in het concept is opgenomen.
Cijfers over pijn gerelateerde klachten zijn in Suriname niet te achterhalen, maar de cijfers zullen volgens de jurist niet veel verschillen van de rest van de wereld. Bekend is dat 20 procent van de klachten waarmee de Nederlandse huisarts geconfronteerd wordt, te maken heeft met pijn. De Wold Health Organization (WHO) waar Suriname lid van is, stelt dat het absoluut noodzakelijk is om pijn te bestrijden. Suriname zou als lid van de WHO, pijnbestrijding ook in de patiëntenrechtenwet moeten opnemen.
door Kimberley Fräser