De Noord-Amerikaanse multinationale onderneming Alcoa, de moedermaatschappij van de Suralco LLC, wil de aluinaarderaffinaderij te Paranam die al enkele jaren niet meer in productie is ontmantelen. Dat ze dat vast van plan is en vermoedelijk al de toezegging heeft van de uitvoerende macht (de regering Bouterse), blijkt wel uit de aanwezigheid van de Nederlandse contracter Koole B.V., die de raffinaderij met de grond gelijk moet maken. Het is bekend dat vooral de politieke oppositie, falikant is tegen het slopen van deze Alcoa fabriek en zich erop beroept, dat conform de uit de jaren vijftig van de vorige eeuw daterende Brokopondo overeenkomst, deze niet mag worden opengebroken zonder tussenkomst en fiat van onze volksvertegenwoordiging. Het was immers onze volksvertegenwoordiging, destijds de Staten van Suriname, die akkoord ging met deze zo belangrijke overeenkomst met de Alcoa voor Suriname. De regering zal dus toestemming voor het openbreken van de Brokopondo-overeenkomst in De Nationale Assemblee moeten verkrijgen. De NDP-regering van Bouterse heeft een meerderheid in het voormelde college en zal dus als haar wetgevers loyaal blijven aan de leiding van de partij, geen bezwaar maken de voormelde overeenkomst open te breken. Het assembleelid Gregory Rusland van de NPS-fractie beseft wel hoe de kaarten momenteel liggen en stelt dat met deze meerderheid van de coalitie in het parlement, de Alcoa zijn zin zal krijgen en spoedig tot sloop van de raffinaderij zal kunnen overgaan. De NDP-coalitie bewust van haar vrijwel ononderbroken in de pas lopende en disciplinair stemmende DNA-leden, rekent er dan ook op dat ze geen problemen zal ondervinden in het college en dat de coalitiegenoten geen bezwaar zullen maken tegen het openbreken van de Brokopondo overeenkomst, waarna de sloop van de raffinaderij ten spoedigste kan aanvangen. Het moet voor een ieder duidelijk zijn, dat deze regering van meet af aan in achterkamertjes allerhande deals heeft afgesloten met de Alcoa en dat die afspraken zeker niet in het voordeel van ons land moeten worden gezien. Geen wonder dat de regering, terwijl ze in onderhandeling was met de Alcoa, alles in een waas van geheimzinnigheid hield en ze steevast weigerde De Nationale Assemblee tot in de finesses te verwittigen van al hetgeen afgesproken werd met de Amerikaanse maatschappij. We mogen er dan ook vanuit gaan dat de Paranam raffinaderij binnenkort tegen de vlakte gaat en dat wij als volk van Suriname, een bauxietindustrie in de zeer nabije toekomst van dit land, gerust kunnen vergeten. Voor het laatste hoeft men heus geen doemdenker te zijn. Uit alles blijkt tot nog toe dat de Alcoa, het hoofdstuk Suriname voor onbepaalde tijd heeft afgesloten.