‘Inleveren salaris parlementariërs en regering gezamenlijk besluit’

Volgens bestuurskundige August Boldewijn, is de gedeeltelijke inlevering van het salaris door parlementariërs en ministers vrijwillig en hoeft dus niet in een wet opgenomen te worden. Gezien de precaire situatie waarin het land momenteel verkeert, is de nood in Suriname groter dan ooit tevoren. Parlementariërs en ministers van andere landen doen dit ook in tijden van crisis en het is niet vreemd dat ook in Suriname, parlementariërs en ministers een deel van hun salaris inleveren ten behoeve van sociale vraagstukken. Tegenwoordig helpen veel personen en organisaties mee aan het oplossen van sociale problemen. “Waarom zou de Raad van Ministers en het parlement niet besluiten ook te ondersteunen?”, vraagt Boldewijn retorisch.
Volgens de bestuurskundige is het inleveren van een deel van het salaris een gezamenlijk besluit van de Raad van Ministers, waarbij wordt besloten dat elke maand een bepaald deel van het salaris ten behoeve van sociale vraagstukken zal worden ingeleverd. Zo heeft in 1973 de minister-president in Nederland aan de ministers voorgesteld, dat hun salaris met 10 procent verlaagd zou worden. Dit om te voorkomen dat Nederland te zwaar gebukt zou gaan onder de oliecrisis die toen heerste.
Harish Monorath had tijdens zijn zittingsperiode in het parlement van 2010-2015, meermalen voorgesteld dat hij en zijn collega’s 20 procent van het salaris zouden inleveren. Dit voorstel werd zowel door de oppositie als de coalitie als een lachertje gezien.
“Nu is het lachen ernst geworden. Nu zit Suriname heel diep in de put. Het spreekt vanzelf dat mensen die meer verdienen, inleveren om enkele sociale problemen te verhelpen”, stelt Boldewijn.
Echter zegt hij dat het fonds niet moet worden overgelaten aan de vrije wil van de ministers. Er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden over het doel van het fonds. Hiervoor moet het fonds onder beheer komen van deskundigen, die een goede planning hebben gemaakt van de uitgaven. Volgens Boldewijn zijn goed plannen en inzicht de belangrijkste aspecten om problemen in de naaste toekomst te voorkomen of te verlichten.
De bestuurskundige is van mening dat het gebrek aan deze aspecten ervoor gezorgd heeft dat Suriname in een slechte economische situatie is beland. Er was volgens hem voldoende informatie dat de wereldmarkprijzen voor olie en goud zouden dalen. Desondanks zijn er geen maatregelen getroffen. “Als 20 procent wordt ingehouden, moet duidelijk gesteld worden waarvoor de gelden gebruikt zullen worden en er moet op worden toegezien dat ze niet ten behoeve van andere zaken gebruikt worden of in de zakken van personen verdwijnen”, aldus Boldewijn.

 

door Priscilla Kia

More
articles