De Particuliere Lijnbushouders Organisatie ( (PLO) vindt het kwalijk dat zaken zonder dat er een gedegen onderzoek verricht is, via de media openbaar worden gemaakt. R.B. (naam bekend bij de red.), verbonden aan het bestuur van de PLO, zegt dat er helemaal geen fraude gepleegd is met de subsidiegelden van de particuliere bushouders. Eerder deze week zou de waarnemend directeur van de afdeling Transport van het ministerie van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT&C), hebben aangegeven dat er frauduleuze handelingen worden gepleegd bij het uitbetalen van subsidiegelden in de bussector. Het onderzoek van het ministerie zou uitgewezen hebben dat bushouders die niet in het bezit zijn van een geldige vergunning, toch subsidie ontvangen. Volgens R.B. is het niet de taak van de PLO om na te gaan welke bushouders een geldige vergunning hebben, dat is een taak van het ministerie. Volgens hem dient OWT&C geregeld de geldigheid van de vergunningen van de bushouders te controleren, maar er is, zo zegt hij, al langer dan vijf jaar geen degelijke controle geweest op de geldigheid van busvergunningen. “Maar dat hebben ze niet gedaan, dan willen ons nu de schuld geven van zaken die mis lopen”, aldus R.B.
Het bestuur van de PLO laat weten, dat zij noch een controlerende noch een uitvoerende taak heeft.
Het enige dat het bestuur doet, is via hun werkarmen laten registreren hoeveel bussen erop een bepaald traject rijden en welke van deze bussen er dagelijks rijden. “Als er een bushouder is met een vervallen vergunning, gaan wij dat niet weten, want het is niet onze taak om te controleren.” Alleen de bushouders wier bussen geregistreerd staan en die diensten leveren aan de samenleving, krijgen volgens R.B. subsidie uitbetaalt.
R.B. haalt aan, dat er pas sprake van fraude zou zijn als er bijvoorbeeld 40 bussen geregistreerd staan op een bepaald traject en de regering moet betalen voor 50 bussen op dat traject. Hij benadrukt dat er op geen enkel traject illegale bussen rijden, er zijn wel enkele op de route Paramaribo-Lelydorp (PL), maar die krijgen geen subsidie.
Volgens R.B. lopen tal van zaken mis op het ministerie, omdat het steeds andere bescheiden vraagt voor de uitgifte van een bus vergunning. Een daarvan is het indienen van een bewijs van goed gedrag, echter wijst R.B. erop, dat dit alles binnen een bepaalde tijdspanne moet geschieden, anders loopt de bushouder de kans dat zijn vergunning niet meer geldig is. “Ze laten de bushouders de stukken indienen met het strookje van aanvraag voor een goed gedrag, hierna wordt de beschikking opgemaakt. Wanneer de mensen hun vergunning komen halen, moeten zij hun goed gedrag kunnen weerleggen.” Maar volgens R.B. heeft het ministerie nooit aangegeven wat er zal gebeuren indien een bushouder een vonnis op zijn naam heeft. Hij geeft aan dat het tot nog toe niet is voorgekomen dat bushouders hun vergunning om die reden niet hebben kunnen krijgen. De PLO lijkt geen voorstander te zijn van dit systeem, gezien zij de mening is toegedaan, dat eenieder een tweede kans verdient.
De PLO wenst te benadrukken dat zij niet tegen de bushouders zijn. “Als we gaan controleren, dan zijn we het ministerie geworden en dan handelen we tegen de belangen van de bushouders en we zullen dan onze eigen mensen duperen.” R.B. benadrukt dat het actiecomité de PLO probeert uit te spelen en de organisatie in kwaad daglicht wil stellen.
-door Richelle Mac-Nack-