De beoordeling van kredietbeoordelaar Standard & Poor’s (S&P), is volgens VHP- topper Stanley Raghoebarsing, slechts op basis van een toevalsfactor. Afgelopen donderdag ging hij dieper in op de beoordeling van S&P tijdens een persconferentie. Hij gaf aan dat de beoordeling gedaan is op basis van de stijgende prijzen van olie en goud op de internationale markt, waarbij er vanuit wordt gegaan dat ons land meer inkomsten zal genereren, waardoor de financiële druk op de overheid zal afnemen. Op basis hiervan is er een economische groei van 1 tot 2 procent voorspeld. Echter stelde Raghoebarsing dat hiermee voorzichtig moet worden omgegaan. Hij voerde aan dat bij het droppen van deze prijzen, wij in een ernstige situatie terecht zullen komen, die weer invloed zal hebben op de beoordeling en de vooruitzichten.
Hij benadrukte dat wij absoluut niet trots hoeven te zijn op de beoordeling van S&P, namelijk: rating B, outlook stable.
Raghoebarsing legde uit, dat B inhoudt dat Suriname in staat wordt geacht zich zowel nationaal als internationaal te houden aan zijn financiële verplichtingen, maar tegen de achtergrond van onzekerheid door een aantal risicofactoren. Stable outlook geeft aan, dat de situatie bij ongewijzigd beleid hetzelfde zal blijven. Raghoebarsing zei dat de rating hetzelfde is gebleven, slechts de outlook is veranderd. Hij voerde aan dat S&P een rating hanteert van 16 categorieën en zei dat Suriname nog steeds op nummer 15 staat. Hij vreest dat indien er geen ombuiging komt in het beleid, de stable outlook teruggaat naar negative.
De voorspelde economische groei is volgens hem in vergelijking tot de economische terugval van 2015 en 2016 (8-11%), niet voldoende als er gekeken wordt naar de gigantische schuldenlast die aan het toenemen is. Hij gaf aan dat de buitenlandse schuld US-dollar 1.6 miljard bedraagt en dat deze elke maand met US-dollar 20 miljoen stijgt. Dit betekent volgens Raghoebarsing dat de aflossingen van de buitenlandse schulden prioriteit zullen krijgen boven alle andere zaken in ons land, zoals gezondheidszorg, onderwijs en veiligheid. Hij gaf aan dat hierdoor onze economie de komende jaren met 1-2 procent zal groeien.
De Centrale Bank van Suriname (CBvS) heeft onlangs vermeld dat zij een monetaire reserve heeft opgebouwd van 444 miljoen Amerikaanse dollar. Raghoebarsing is blij met de redelijke stabiliteit bij de moederbank. Echter plaatste hij daar wel een kunsttekening bij, omdat de bank een buitenlandse schuld heeft van 359 miljoen Amerikaanse dollar. Hij merkte op dat de werkelijke monetaire reserve in feite 85 miljoen Amerikaanse dollar bedraagt. “We zijn blij met de stabiele situatie, maar laten we de ernst van de zaak niet onderschatten”, aldus Raghoebarsing.
door Johannes Damodar Patak